Jan Roos vrijgesproken van opruiing en aanzetten tot geweld
In dit artikel:
Jan Roos is op 5 november 2025 door de politierechter in Leeuwarden vrijgesproken van opruiing en aanzetten tot geweld. De zaak draaide om een “rant” in het YouTube‑programma Roddelpraat van 27 november 2024, waarin Roos op satirische, spottende manier sprak over een mogelijke hernieuwde komst van Powned‑verslaggevers naar Ameland en met grove hyperbolen suggereerde dat zij door eilandbewoners met geweld zouden moeten worden tegengehouden. Roddelpraat is een populair juicekanaal met honderdduizenden kijkers; de presentatie is expliciet humoristisch en over de top.
Het Openbaar Ministerie (OM) vervolgde Roos nadat een opsporingsambtenaar de uitzending had getranscribeerd en voorgelegd aan justitie. De uitzending werd snel offline gehaald; Roos werd op 29 november 2024 thuis aangehouden en naar eigen zeggen roekeloos en publiekelijk behandeld. Het OM benadrukte dat (het aanzetten tot) geweld niet wordt getolereerd, zeker gezien dat in 2023 twee Amelanders veroordeeld waren voor geweld en belemmering van de pers tijdens een reportage over de lokale Sunneklaas‑traditie.
Opmerkelijk in de procedure was dat Powned‑verslaggever Aryan Parsa, die in het programma werd genoemd, geen aangifte deed en Roos via een bericht liet weten dat hij zich niet als slachtoffer voelde. Desondanks bleef het OM vasthouden aan vervolging en eiste 80 uur taakstraf, waarbij de officier van justitie voorbeelden noemde van andere publieke uitlatingen waarin beroemdheden vrijgesproken waren (zoals Akwasi, Johan Derksen, Herman Brusselmans en Bob Vylan) maar stelde dat die context anders lag.
De rechter gaf Roos ruime spreektijd en vroeg 2,5 uur bedenktijd. Zij oordeelde dat Roddelpraat duidelijk een satirisch amusement is en dat niet bewezen is dat Roos’ uitspraken een serieuze oproep tot geweld vormden. Daarmee werd het OM‑dossier verworpen.
Roos reageerde emotioneel: hij wees op de impact van de arrestatie op zijn gezin en noemde de vervolging een blamage voor het OM, dat volgens hem gepolitiseerd is en grondrechten heeft geschonden. Hij verwacht excuses en onderzoekt mogelijke schadevergoeding. De zaak illustreert de spanning tussen satire, vrijheid van meningsuiting en de inzet van justitie bij bedreigingsdiscussies rond journalisten.