Jan de Jonge (62), oud-spits van FC Groningen en FC Emmen, helpt nu breekbare ouderen. 'De dankbaarheid is veel groter dan in de voetbalwereld'
In dit artikel:
Jan de Jonge (62) is na een lange loopbaan in betaald voetbal nu buurtsportcoach in Oosterwolde (Friesland) en voelt zich daar op zijn plek. Dagelijks werkt hij in Scala Welzijn, waar hij ouderen beweeglessen en valpreventie geeft, leefstijlcoaching doet voor volwassenen, walking football aanbiedt en wandelgroepen begeleidt. Zijn werkzaamheden omvatten ook praktische hulp, bijvoorbeeld het invullen van subsidieaanvragen voor een Syrisch vluchtelingenkind zodat die kan gaan sporten. De waardering van deelnemers waardeert hij meer dan de vaak harde voetbalwereld waarin hij vroeger actief was.
De Jonge maakte furore als spits bij clubs als FC Groningen en FC Emmen en was later trainer en opleider bij onder meer FC Emmen, sc Heerenveen en De Graafschap. Die ervaring gebruikt hij nu om groepen te managen en individuen te begeleiden: omgaan met verschillende karakters en het vinden van de juiste aanpak is volgens hem universeel toepasbaar. Hij benadrukt doorzettingsvermogen en mentaliteit als kernwaarden, wat hem ook persoonlijk heeft gekost — zijn knie is flink versleten en staat op de operatielijst voor een robot-geassisteerde ingreep in Heerenveen.
Tegelijkertijd blijft hij betrokken bij het voetbal. Vanaf komende maandag verschijnt De Jonge regelmatig als analist in de podcasts Radio Meerdijk en Radio Milko. Hij volgt clubs als FC Emmen en FC Groningen kritisch: FC Emmen maakt op dit moment geen hoopvolle indruk, deels door blessures en een lastige aanstelling voor coach Menno van Dam, die volgens De Jonge nog ervaring moet opbouwen. Over FC Groningen is hij positiever: de club heeft stappen gezet, vooral op het gebied van de jeugdopleiding en organisatie, en behoud van regionale identiteit noemt hij cruciaal. Dick Lukkien krijgt van hem een compliment als boegbeeld dat bij die identiteit past.
Een van zijn pijnpunten uit het verleden is het ontslag dat hij als hoofdcoach bij FC Emmen kreeg, precies toen talentvolle jeugdspelers klaar leken om door te stromen. Dat soort emotioneel gedreven beslissingen in clubs frustreert hem nog steeds, maar hij zegt ervan geleerd te hebben en sindsdien meer op individuele relaties met spelers te focussen — voorbeelden die hij noemt zijn Georgios Samaras en Hakim Ziyech, waarmee hij intensief werkte.
De Jonge gelooft sterk in een degelijke jeugdopleiding als fundament: met de juiste structuur en kwaliteitsinvestering kun je volgens hem jaarlijks één à twee talenten aan de eerste selectie toevoegen. Scouting en financiële middelen spelen daar natuurlijk ook een rol. Hij illustreert zijn nuchtere en anekdotische kijk op het leven met verhalen uit zijn spelersperiode — zoals een bijna misgelopen transfer omdat de hond van een clubsecretaris de overschrijvingspapieren opat — en met praktische troeven uit zijn huidige werkplek: moderne loopbanden met beeldschermen en trainingsmateriaal voor mobiliteit van ouderen.
Uiteindelijk heeft De Jonge de hectiek van het profvoetbal ingeruild voor rustiger maar ook dankbaarder werk in de samenleving. Hij geniet van direct contact met mensen en van de zichtbare impact van zijn inzet, en bewaart tegelijkertijd een kritische maar betrokken blik op het voetbal waarmee hij zich straks in de media weer zal mengen. Hij hoopt alleen dat zijn rol als analist niet opnieuw een seizoen van degradaties jinxend beïnvloedt, zoals hij eerder grappend opmerkte naar aanleiding van een vorig seizoen.