Jacques Brinkman had, als westerling, moeite met carnaval bij sportclubs: 'Moet werkelijk alles wijken?'
In dit artikel:
Ex-international Jacques Brinkman wijst op de spanning die carnaval bij sportverenigingen kan veroorzaken: enerzijds het feestelijke gemeenschapsgevoel binnen clubs, anderzijds de vereiste discipline voor (jeugd)topsport. Tijdens carnavalsperiodes in de clubkantine of rond trainingen ziet hij dat feestelijkheden soms botsen met trainingsritme en prestatie-eisen, en vraagt hij zich af of alles daarvoor moet wijken.
Brinkman waarschuwt dat vooral jonge sporters kwetsbaar zijn voor het doorbreken van vaste gewoonten; wegvallende trainingen, vermoeidheid of minder concentratie kunnen hun ontwikkeling remmen. Tegelijk erkent hij de sociale waarde van zulke tradities: ze versterken binding tussen leden en houden verenigingen levendig.
Zijn pleidooi is voor een bewuste afweging: feest en ontspanning mogen, maar niet ten koste van structurele afspraken en voorbeeldgedrag van trainers en ouders. Praktische oplossingen zijn duidelijke regels rond aanwezigheid en alternatieve momenten voor clubactiviteiten, en het gesprek over prioriteiten met jeugdleden. Daarmee kunnen verenigingen zowel de kwetsbare sportontwikkeling beschermen als ruimte houden voor het verenigingsleven.