Ja, Google is een monopolist, maar hoeft zijn browser Chrome niet te verkopen, oordeelt rechter in VS
In dit artikel:
Federale rechter Amit Mehta in het District of Columbia heeft bepaald dat Google zijn browser Chrome niet hoeft te verkopen, ondanks zijn eerdere oordeel dat Google een zoekmachinemonopolie heeft opgebouwd. Justitie had na dat vonnis gevraagd om een structurele maatregel (zoals afdwingen van verkoop), maar Mehta zag dat als te vergaand en vond dat de rechtbank niet de deskundigheid heeft om de toekomstige rol van AI en zoektechnologie betrouwbaar te voorspellen.
Wel legt de rechter gedragsremedies op. Google mag geen contracten meer sluiten die eigen diensten—zoals Chrome—een prominente of exclusieve positie op telefoons en computers garanderen. Betalingen om vooraf geïnstalleerd of als standaard meegeleverd te worden blijven echter toegestaan. Dat betekent waarschijnlijk dat Google zijn status als standaardzoekmachine op Apple-apparaten kan behouden; Apple ontvangt naar verluidt jaarlijks zo'n 20 miljard dollar van Google. Ook bestaande deals met Samsung blijven relevant: recent bleek dat Google miljarden betaalt om zijn AI-app Gemini op Samsung-smartphones te laten installeren.
Daarnaast moet Google bepaalde zoekgerelateerde data delen met geselecteerde concurrenten: informatie over de zoekindex, welke webpagina’s worden opgeslagen en welke gegevens in resultaten zichtbaar zijn. De onderliggende zoekalgoritmen en de exacte formule die bepaalt wat gebruikers te zien krijgen, blijven geheim.
Concurrenten reageren teleurgesteld en noemen de maatregelen weinig ingrijpend. Verschillende partijen hadden zich kandidaat gesteld om Chrome over te nemen als de rechtbank tot verkoop had bevolen; Perplexity legde een bod van 29,5 miljard dollar neer, en ook OpenAI toonde interesse.
De zaak roept herinneringen op aan de Microsoft-procedure van ongeveer twintig jaar geleden, waarin browserdominantie centraal stond. Mehta koos er echter bewust voor geen precedentstellende, ingrijpende opdeling op te leggen en beperkte zich tot gedragsregels en datadeling, waarmee hij de balans zocht tussen het bestraffen van kartelgedrag en het vermijden van ingrijpende ingrepen in een snel veranderend technologisch landschap.