Italië juicht na krankzinnige slotfase van ongekend doelpuntenfestijn tegen Israël
In dit artikel:
Italië heeft in een krankzinnig WK-kwalificatieduel met 5-4 gewonnen van Israël, dankzij een doelpunt van Sandro Tonali in blessuretijd. De Azzurri leken de zege nog te verspelen nadat twee late tegengoals — een eigen doel van Alessandro Bastoni en een treffer van Dor Peretz — de stand in korte tijd op 4-4 brachten, maar Tonali besliste kort daarna met een afstandsschot vanaf de rand zestien.
De wedstrijd kende meerdere wendingen. Vroeg in de wedstrijd bracht een eigen doel van Manuel Locatelli Israël op voorsprong, maar vlak voor rust zorgde Moise Kean voor de gelijkmaker. In de tweede helft nam Israël opnieuw de leiding via Peretz, waarna Kean binnen honderd seconden weer scoorde. Vervolgens maakte Matteo Politano de 3-2 en zette Giacomo Raspadori de Italiaanse marge verder uit, waarmee Italië op 4-2 leek te komen. Israël knokte zich echter terug met de eigen goal van Bastoni en een kopbal van Peretz, tot Tonali het slotakkoord verzorgde. In de slotseconden kreeg Israël nog een kans op 5-5, maar die bleef onbenut.
Voor Italië waren de belangen groot: bij een nederlaag zou het team op 6 punten blijven met nog vier groepsduels te gaan, terwijl Noorwegen en Israël dan allebei 12 punten zouden hebben. Op dezelfde avond werden ook andere kwalificatiewedstrijden gespeeld: Denemarken won van Griekenland (onder meer door een goal van Andreas Christensen), Kroatië leidde tegen Montenegro, Zwitserland boekte een ruime voorsprong op Slovenië en Kosovo stond verrassend voor tegen Zweden.