Israëliërs herdenken oud-premier Rabin, die 30 jaar geleden werd doodgeschoten
In dit artikel:
In Tel Aviv kwamen gisteren naar schatting 150.000 mensen samen op het Rabinplein om de dertigste sterfdag te herdenken van oud-premier Yitzhak Rabin, die op 4 november 1995 in het centrum van de stad werd doodgeschoten door de Joodse student Yigal Amir vlak na een vredesdemonstratie. Rabin had twee jaar eerder in Washington de Oslo-akkoorden ondertekend, een poging om via een tweestatenoplossing Palestijnse zelfstandigheid en Israëlische veiligheid te combineren; het akkoord wekte hoop maar veroorzaakte ook felle tegenstand, met name van kolonisten.
Voormalig legerstafchef Gadi Eisenkot sprak op het plein over verantwoordelijk leiderschap en suggereerde daarmee dat veel Israëliërs teleurgesteld zijn in de huidige politieke leiding. De herdenking verwees expliciet naar de politieke polarisatie van toen en nu; critici wijzen er op dat harde retoriek en demonisering van tegenstanders — zoals een demonstratie waarin Rabin met nazi-attributen werd afgebeeld — het klimaat creëerden dat de aanslag mogelijk maakte.
Organisatoren en oppositieleider Yair Lapid benadrukten dat de moord niet alleen een mens uitriep maar ook een vredesidee dreigde te vernietigen. De aanslag had verstrekkende gevolgen: een jaar later werd Benjamin Netanyahu voor het eerst premier, en sinds 2022 leidt hij volgens waarnemers de meest rechtse regering uit de Israëlische geschiedenis. De herdenking liet zien dat de breuklijnen over vrede, veiligheid en politiek leiderschap in Israël blijven doorwerken, decennia na Rabins dood.