Israël valt Houthi-doelen in Jemen aan na raketinslag bij luchthaven Tel Aviv

In dit artikel:

Het Israëlische leger voerde maandag een luchtaanval uit op de Jemenitische havenstad Hodeidah, die in handen is van de Houthi-rebellen. Deze actie gold als vergelding voor een raketaanval van de Houthi's op zondag nabij de internationale luchthaven van Tel Aviv, waarbij zes mensen lichtgewond raakten. Israël meldde het bestoken van minimaal twaalf doelwitten met twintig gevechtsvliegtuigen en het gebruik van vijftig raketten of bommen. Lokale bronnen uit Hodeidah rapporteerden zes tot tien inslagen, maar meldingen over slachtoffers ontbreken nog.

De Israëlische defensieminister Israel Katz had na de raketaanval al de intentie van vergelding uitgesproken, waarbij werd verwezen naar de "herhaaldelijke aanvallen" van de Houthi's op Israël. Dit is de eerste Israëlische luchtaanval op Jemen in maanden, terwijl de Verenigde Staten tussentijds eveneens militaire acties uitvoerden tegen Houthi-posities.

De Houthi-rebellen lanceren al langere tijd raketten richting Israël als steunbetuiging aan de Palestijnen in de Gazastrook binnen het conflict met Israël. Veel van deze raketten worden onderschept door het Israëlische luchtafweersysteem. De zondagse aanval markeerde de eerste succesvolle poging van de rebellen om raak te schieten nabij Israëls grootste luchthaven. De Houthi's kondigden daarop nieuwe aanvallen aan en dreigden met een "blokkade" van die luchthaven. Tevens riepen zij internationale luchtvaartmaatschappijen op om alle vluchten naar Tel Aviv te schrappen, hoewel er tot nu toe geen tweede raketaanval op dit gebied is uitgevoerd.