Irans bekendste dissidente filmer Jafar Panahi: 'De macht zit de kunstenaar dwars, en de kunstenaar vindt daar een weg omheen'

vrijdag, 7 november 2025 (14:34) - NRC Handelsblad

In dit artikel:

Jafar Panahi oogt moe maar opgewekt tijdens zijn eerste grote interview nadat het Iraanse hooggerechtshof hem weer toe liet spreken. De 65-jarige regisseur is net terug van een lange festivalronde met zijn nieuwste zwarte politieke komedie It Was Just An Accident, die in Parijs werd afgemaakt en in Iran verboden is. In Amsterdam, met een kapotte zonnebril als stille metgezel, benadrukt Panahi dat een film op zichzelf staat en niet per se nader verklaard hoeft te worden.

Panahi werd wereldwijd toegejuicht in Cannes, waar hij met een lange staande ovatie werd ontvangen en eerder al prijzen als de Gouden Beer, de Leeuw en de Caméra d’Or kreeg. Hij weigerde echter om in ballingschap te blijven — in tegenstelling tot collega Mohammad Rasoulof — en keerde niet permanent terug naar Europa. It Was Just An Accident maakte hij in vier maanden in Parijs omdat hij niet kon draaien in Iran. De film vertelt het verhaal van een automonteur die een vermeende folteraar ontvoert en een stoet slachtoffers meeneemt om diens identiteit te bevestigen; thema’s zijn vergelding, gerechtigheid en de vraag of geweld het systeem bestreden krijgt of juist repliceert.

Panahi is een van de bekendste Iraanse dissidenten. Na de harde neerslag van de Groene Beweging werd hij in maart 2010 gearresteerd en later veroordeeld tot zes jaar cel en een lange film- en spreekverbod. Die ervaring in de Evin-gevangenis vormde mede de kiem voor zijn nieuwe film: ondervragingen en gezichten achter blinddoeken inspireerden zijn verbeelding over herkenning en schuld. Ondanks officiële verboden bleef hij films maken — soms clandestien — en wist hij werk naar internationale festivals te smokkelen (bekend is This Is Not a Film op een usb-stick naar Cannes). Ook Taxi Teheran, Closed Curtain en No Bears ontstonden onder zware beperkingen.

Technologie speelt een cruciale rol in Panahi’s werkwijze. Met lichte camera’s, usb-sticks en versleutelde communicatie kunnen ondergrondse makers in Iran films produceren en verspreiden die anders onmogelijk zouden zijn geweest. Panahi noemt digitale middelen “honderd procent bevrijdend”: Taxi Teheran had nooit bestaan met klassieke zware apparatuur. Zijn omzeilingen van censuur noemt hij deels een spel, deels een plicht — door te laten zien dat film maken ook onder repressie mogelijk blijft, inspireert hij jonge filmmakers in Iran.

De regisseur erkent dat de verworven vrijheid fragiel is: hij kan opnieuw gearresteerd of opnieuw aan beperkingen onderworpen worden. Maar dat schrikt hem niet af; mocht dat gebeuren, dan schrijft hij er opnieuw over. Panahi wil niet vastpinnen op één interpretatie van zijn films en laat bewust vragen open; de film moet het publiek zelf laten nadenken. Zijn carrière toont hoe artistieke vindingrijkheid, persoonlijke moed en digitale techniek samen een tegenkracht kunnen vormen tegen een systeem dat kunstenaars probeert te muilkorven.