Irak moet balanceren tussen Iran en de Verenigde Staten

vrijdag, 14 november 2025 (19:38) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Iran en de Verenigde Staten volgen scherp de vorming van de nieuwe regering in Irak na de parlementsverkiezingen van dinsdag. Onverwacht hoge opkomst — zo’n 56 procent van de kiesgerechtigden — werd gezien als een opsteker voor het jonge Iraakse democratische proces, dat sinds de Amerikaanse inval van 2003 een roerige weg heeft afgelegd met sectair geweld en de opkomst van ISIS.

Premier Mohammed Shia al‑Sudani’s sjiitische centrumcoalitie kreeg de meeste stemmen, ongeveer 50 zetels in het 329‑koppige parlement, maar dat is ver verwijderd van een meerderheid. Veel zetels gingen daarnaast naar Koerdische partijen en naar aanhangers van voormalig soennitisch parlementsvoorzitter Mohammed al‑Halbusi; ook pro‑Iraanse fracties verwierven tientallen zetels. Belangrijk politiek effect voor Sudani: de invloedrijkste populistische geestelijke, Muqtada al‑Sadr, liet deze keer verstek gaan door de verkiezingen te boycotten.

Kleine minderheidsgroepen zijn verzekerd van vaste zetels — christenen hebben er standaard vijf — maar die positie staat onder druk. De Babylonbeweging, formeel een christelijke formatie maar in de praktijk sterk gesteund door sjiitische stromingen met banden naar Teheran, heeft de afgelopen verkiezingen meerdere christelijke zetels veroverd, wat veel christelijke kiezers ontmoedigde.

De volgende fase wordt een ingewikkelde onderhandelingsronde: Sudani zal brede compromissen moeten smeden tussen tegenstrijdige partijen om een stabiele coalitie te vormen. Tegelijk moet zijn kabinet tastbare verbeteringen laten zien, vooral op economisch gebied, om nieuwe onrust onder jongeren te voorkomen. De uitkomst van deze formatie bepaalt of Irak verder op het voorzichtige pad uit het geweld en de chaos blijft — en in welke mate het land in de komende jaren naar Iran of naar westerse invloed neigt.