-INTERVIEW- FVD-lijsttrekker Lidewij de Vos: "Nederland mag weer durven dromen, bouwen en beschermen"
In dit artikel:
In een exclusief interview met De Dagelijkse Standaard schetst FVD-lijsttrekker Lidewij de Vos een ingrijpend herstelprogramma voor Nederland, gebaseerd op drie pijlers: het herstellen van “thuis” (identiteit en sociale cohesie), meer welvaart door lagere lasten, en het vernieuwen van het verdienvermogen via investeringen en innovatie. De Vos zet immigratie en culturele verandering centraal als oorzaken van wat zij ziet als maatschappelijke ontwrichting; haar oplossing is een onmiddellijke immigratiestop plus actief remigratiebeleid voor mensen die al gekomen zijn, zodat volgens haar de rust en samenhang terugkeren.
Politiek en bestuur moeten volgens De Vos daadkrachtiger en resultaatgerichter worden: minder ambtelijke rompslomp, schrappen van regels en sneller besluiten nemen — desnoods met instrumenten vergelijkbaar met Amerikaanse executive orders (Algemene Maatregel van Bestuur) — om grootse projecten te kunnen uitvoeren. Ze ontkent problemen zoals een structureel stikstofprobleem en minimaliseert het individuele effect van Nederlandse klimaatmaatregelen als belemmering voor beleid.
Concreet wil ze snel grootschalig investeren in woningen, infrastructuur en energie; voorbeelden die zij noemt zijn een luchthaven op zee, een hyperloop-netwerk en ruim baan voor woningbouw. Financiële middelen zouden vrijkomen door te snijden in beleid dat “niets oplevert” en door klimaatplannen af te zwakken. Haar economische remedy is primair belastingverlaging: lagere lasten moeten koopkracht herstellen en privaat initiatief stimuleren, wat volgens haar een multiplier-effect op de economie heeft en gezinnen en ondernemers direct voelt.
Op sectorniveau onderstreept De Vos dat landbouw, energie en technologie allemaal noodzakelijk zijn; zonder een sterke boerenstand, betaalbare energie en technologische vernieuwing verliest Nederland concurrentiekracht. Haar boodschap is dat de overheid terug moet naar dienstbaarheid en dat meer ruimte voor burgers en bedrijven leidt tot efficiëntie en veerkracht.
De Vos profileert dit programma als zowel praktisch als symbolisch: grote projecten moeten functionele problemen oplossen (woningnood, mobiliteit, vliegcapaciteit) en tegelijkertijd het culturele zelfvertrouwen van Nederland herstellen. Haar slotopmerking: “We moeten nú van koers veranderen. Het kán. Maar ik kan het niet alleen,” vat de oproep samen tot een breed gedragen omslag in beleid en mentaliteit.
Kort contextueel: de voorstellen zijn kenmerkend voor een nationalistisch en populistisch politiek profiel en zullen naar verwachting hevig debat oproepen over haalbaarheid, rechtspositie van migranten en internationale klimaatverplichtingen.