Internationaal Gerechtshof: Israël moet VN-hulpverlening in Palestijnse Gebieden toelaten

woensdag, 22 oktober 2025 (21:02) - NOS Nieuws

In dit artikel:

Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) oordeelt dat Israël verplicht is humanitaire hulpverlening in de Palestijnse Gebieden toe te laten en die niet zomaar mag blokkeren. De Algemene Vergadering van de VN vroeg het hof advies nadat Israël UNRWA verbood actief te zijn in de Gebieden, met het verwijt dat medewerkers waren betrokken bij de Hamas-aanval van 7 oktober 2023. Israël reageerde verbolgen en spreekt van een politiek gemotiveerd oordeel; het ministerie beweert dat meer dan 1400 UNRWA-medewerkers banden met Hamas zouden hebben.

Het hof stelt echter dat die aantijging onvoldoende is aangetoond. Na een onafhankelijk onderzoek zijn negen UNRWA-medewerkers ontslagen wegens mogelijke betrokkenheid bij Hamas, maar er is volgens het ICJ geen bewijs dat UNRWA als geheel geïnfiltreerd is of dat een substantieel deel van het personeel tot Hamas behoort. Volgens het hof beslist niet de bezettende macht zelf of een hulporganisatie onpartijdig is; de beschermende verplichtingen uit artikel 59 van de Vierde Geneefse Conventie blijven gelden.

Een bezettende macht mag in geen geval de toevoer van humanitaire hulp stelselmatig belemmeren; alleen onder strikte, tijdelijk en in het belang van de bevolking gelegitimeerde voorwaarden mag hulp kortstondig worden opgeschort. Israël had in maart de invoer van hulpgoederen naar Gaza per direct stopgezet nadat onderhandelingen over een staakt-het-vuren vastliepen, wat volgens het hof catastrofale gevolgen had. Pas in mei werd een beperkte stroom hulp toegelaten via de nieuwe Gaza Humanitarian Foundation (GHF), een Amerikaans-Israëlische constructie die door VN-organisaties en hulpinstanties sterk werd bekritiseerd wegens weinig distributiepunten, onregelmatige openstelling en veiligheidsincidenten; OCHA meldt meer dan 2.100 Palestijnse dodelijke slachtoffers in de buurt van GHF-plaatsen.

Het ICJ benadrukt dat hulpverlening niet alleen moet doorgaan maar ook zodanig moet plaatsvinden dat de waardigheid en humanitaire rechten van de bevolking gerespecteerd worden. Voor Gaza concludeert het hof dat UNRWA niet op korte termijn of zonder degelijk overgangsplan te vervangen is: Israël had volgens het hof gedurende ongeveer tien weken geen adequate vervanging klaar, en daarmee heeft het de regels van bezettingsrecht geschonden. Omdat Israël volledige controle over grenzen en luchtruim heeft, rustte er juist meer verantwoordelijkheid op het land om toegang tot hulp te waarborgen.

Het advies is niet-bindend en Israël heeft aangekondigd het te negeren, maar het oordeel is wel van betekenis voor hulporganisaties en toetst staatsoptreden aan bindende normen zoals de Geneefse Conventies.