Internationaal Gerechtshof buigt zich over kwalijke rol vervuilende landen in klimaatcrisis
In dit artikel:
Het Internationaal Gerechtshof (IGH) in Den Haag doet woensdag voor het eerst een uitspraak over de juridische verantwoordelijkheid van landen in de klimaatcrisis. Deze zaak is aangespannen door Vanuatu, een kleine eilandstaat in de Stille Oceaan die zwaar lijdt onder de gevolgen van klimaatverandering, zoals stijgende zeespiegels, erosie en extreem weer, terwijl het zelf nauwelijks bijdraagt aan de uitstoot van broeikasgassen. Vanuatu wil dat grote vervuilende landen verantwoordelijkheid nemen voor hun historische rol en de bescherming van kwetsbare staten en toekomstige generaties.
Het IGH moet advies geven over de verplichtingen van landen om anderen te beschermen tegen klimaatverandering en de gevolgen als zij te weinig doen. Hoewel het advies niet bindend is, verwachten deskundigen dat het een belangrijke precedentwerking zal hebben. Indien het hof oordeelt dat nalatigheid in klimaatmaatregelen een schending van mensenrechten vormt, kunnen landen worden verplicht hun uitstoot te verminderen en mogelijk schadevergoedingen te betalen. Dit zou ook burgers en klimaatactivisten sterker juridisch handvat bieden om regeringen via de rechter aan te spreken op hun klimaatbeleid. De uitspraak kan daarmee wereldwijd een stimulans geven aan strengere klimaatrechtszaken en wetgeving.