Inspecties: kinderen krijgen onvoldoende begeleiding in jeugdzorg
In dit artikel:
Inspecties IGJ en IJV stellen dat kinderen in de jeugdzorg en pleegzorg vaak niet de hulp en bescherming krijgen die ze nodig hebben. Hun oordeel volgt op onderzoek naar de zaak van een pleegmeisje in Vlaardingen dat ernstig mishandeld werd. Hoewel de hoofinspecteurs denken dat eenzelfde extreem en langdurig misbruik weinig kans van slagen heeft, wijzen ze erop dat structurele tekortkomingen veel breder voorkomen: jeugdzorgmedewerkers hebben niet altijd zicht op de veiligheid van kinderen, wachtlijsten zijn te lang en instellingen werken onvoldoende samen, waardoor de situatie van sommige kinderen onduidelijk blijft.
Beide inspecteurs zeggen een gevoel van déjà‑vu te hebben; vergelijkbare waarschuwingen klonken al in 2019, maar verbetering blijft uit. Volgens hen werkt het systeem niet: er is een tekort aan personeel en aan passend hulpaanbod, en het contact met kinderen en ouders is vaak niet substantieel genoeg. Naast onderbezetting speelt de complexiteit en bureaucratie van het stelsel een grote rol; medewerkers raken gedemotiveerd en zoeken ander werk als ze het gevoel hebben geen verschil te kunnen maken.
De inspecties benadrukken hun beperkingen: zij kunnen wel rapporteren en waarschuwen, maar geen bestuurlijke hervormingen afdwingen of zorgplaatsingen stilleggen. Een kant-en-klare oplossing hebben ze niet; volgens hen zijn fundamentele organisatorische afspraken tussen betrokken partijen nodig om de kwaliteit en veiligheid van jeugdzorg echt te verbeteren.