India vreest Chinese 'waterbom' door komst van grootste dam ter wereld in Tibet
In dit artikel:
China is in Tibet gestart met de bouw van ’s werelds grootste dam bij Nyingchi, vlakbij de grens met India, om aan de groeiende energiebehoefte te voldoen. De dam, gelegen aan de rivier Yarlung Zangbo, zal naar verwachting 60 gigawatt aan elektriciteit leveren, bijna drie keer zoveel als de huidige grootste dam, de Drieklovendam. Het project, onderdeel van China's vijfjarenplan 2021-2026 en begroot op 167,8 miljard dollar, omvat ook de bouw van tunnels door de berg Namcha Barwa om het water om te leiden.
India en de Tibetaanse gemeenschap uiten grote zorgen over de gevolgen. India vreest dat China door het vasthouden van water stroomafwaarts het waterbeheer kan manipuleren, wat kan leiden tot ernstige droogtes of overstromingen in grote delen van Noord-India en Bangladesh. Aangezien er geen internationale verdragen zijn die het gebruik van de Yarlung Zangbo reguleren, wordt het aanzienlijke geopolitieke risico als een 'existentiële bedreiging' bestempeld. Deelstaathoofden in Arunachal Pradesh, de regio net onder de dam, spreken van wantrouwen jegens China en plannen zelf dammen om zich te wapenen tegen mogelijke waterbeperking.
Ook de Tibetaanse gemeenschap, voor wie de Yarlung Zangbo een heilige rivier is, wordt niet betrokken bij de plannen en vreest ecologische en culturele schade. Milieu-experts wijzen op de ingrijpende effecten van zulke grootschalige waterkrachtprojecten, waaronder verstoring van de rivierstromen, verhoogde kans op modderstromen, en ontbossing. Verplaatsing van mensen is nog onduidelijk, maar eerdere grote damprojecten in China vereisten massale onteigeningen.
Het waterconflict in deze regio past in een bredere context van waterpolitiek in Zuid-Azië, waar landen als India en Pakistan ook water gebruiken als machtsmiddel, en waar langdurige waterverdelingsdiscussies spelen tussen India en Bangladesh. China’s dam in Tibet versterkt hiermee de spanningen over transnationale waterbronnen in de regio.