In 'We sleep among demons' voert Amir Vahidi een innerlijke strijd die uitnodigt jezelf en elkaar diep in de ogen te kijken
In dit artikel:
Amir Vahidi, lid van performancecollectief Club Gewalt, zoekt in zijn eerste solovoorstelling We sleep among demons naar houvast in zijn Iraans-Nederlandse identiteit. Op het podium voert hij een persoonlijke, soms spirituele zoektocht op waarin gevoelens van onveiligheid, vervreemding en het voortdurend moeten aanpassen aan de omgeving centraal staan. De voorstelling combineert poëtische monologen in het Nederlands, Engels en Perzisch met muziek, zang en dans; een Perzisch mythologisch verhaal over een bijzondere vogel fungeert als leidmotief voor die reis.
Vahidi wordt op scène bijgestaan door Hélène Vrijdag, Romy Vreden en David Schwarz, die de innerlijke demonen belichamen en met onverwachte kreten, bewegingen en meerstemmige zang de dynamiek versterken. Het stuk begint ingetogen — herinneringen aan zijn opa en een tuin met fruitbomen — maar escaleert naar krachtige reflecties op actuele kwesties: de bombardementen in Gaza, de rol van politici zoals VVD’er Dilan Yesilgöz als kind van vluchtelingen, en bredere thema’s als structureel racisme en patriarchaat in Nederland. Vahidi betrekt zijn publiek fysiek en emotioneel, onder meer door oogcontact te zoeken en voor iemand in de eerste rij te knielen, als uitnodiging tot verbondenheid en maatschappelijke zelfreflectie.
Muzikaal wisselt de voorstelling tussen melancholische pianoballades met subtiele Perzische invloeden en opzwepende elektronische ritmes waarin Vahidi zijn zangkwaliteiten toont. De voorstelling sluit af in meerstemmige intensiteit, met een beeld van emotie dat zowel ontroering als uitputting kan zijn — een open eind dat de innerlijke zoektocht van de maker weerspiegelt.