In 'Wat ik haar niet vertelde' laat Sigrid Bousset Ivo Michiels wankelen op zijn literaire sokkel
In dit artikel:
Sigrid Bousset voltooit na jarenlang onderzoek en persoonlijke verbondenheid een dubbelportret van Ivo Michiels en diens vrouw Christiane Faes in Wat ik haar niet vertelde, recent verschenen. Michiels — geboren als Henri Ceuppens (1923) in Mortsel — geldt als de vader van de experimentele roman in Vlaanderen; Bousset keek decennialang tegen hem op, werd zijn vriendin en maakte in 2000 een tv-portret van hem. Na de dood van Christiane zette ze het werk voort en raadpleegde strafdossiers, sprak met betrokkenen en bezocht Mortsel om Michiels’ verborgen verleden uit te lichten.
De biografische reconstructie beschrijft Michiels’ jeugd in een katholiek arbeidersgezin, zijn vroege ambities en seksuele onhandigheid, en zijn dramatische oorlogservaringen als Krankenpfleger in Lübeck, waar hij getuige was van amputaties en relaties had die complexe gevolgen kregen. Rond 1944 meldde hij zich bij de SS en bezocht hij een opleidingsschool in Schoten; over de precieze aard van zijn affiliatie (Waffen-SS of Germaansche SS) bestaan onduidelijkheden. Decennialang maakte Michiels zijn leven tot literaire constructie en verstopte of verdoezelde aspecten van zijn oorlogsverleden — iets wat Bousset stap voor stap blootlegt. In zijn literaire werk verwerkte hij figuren en thema’s die verwijzen naar nazi’s en collaboratie, en hij schopte het later tot grotere erkenning, onder meer met de Staatsprijs voor verhalend proza (1979).
Naast de openbaar geworden politieke en morele kanten belicht Bousset het persoonlijke: het huwelijk met Christiane, haar overgave aan zijn carrière en verzorging, Michiels’ afstandelijkheid en egocentrisme, en de moeizame relatie met zijn zoon Guido. De auteur onthult ook verontrustende episodes — momenten waarin Michiels ongepaste fascinatie toont — zonder ze sensatiegericht uit te meten. Bousset mengt memoir en dubbelbiografie; ze behandelt zichzelf als biografe en betrokken partij en probeert Christiane uit de schaduw van de beroemde echtgenoot te halen, al blijft die figuur grootste deel van het verhaal domineren.
De recensent waardeert de moed van het project maar betreurt een gebrek aan scherpere focus en diepgang op sommige punten (met name Michiels’ genderrelaties en biografische keuzes). Stijlmatig wisselt het boek tussen indringend en sentimenteel. Al met al levert Wat ik haar niet vertelde een gewaagde en informatieve reconstructie van een beladen huwelijk, een literaire mythe en een tijdperk waarin persoonlijke ego’s en nationale symbolen verstrengeld raakten.