In verpauperd Marseille worden nu eindelijk de scholen opgeknapt. 'Och, de kinderen waren zo blij!'

donderdag, 11 december 2025 (22:34) - Trouw

In dit artikel:

In Marseille lopen renovatiekranen en bouwvakkers de scholen binnen als een poging de stad een ander gezicht te geven. In wijken als Belle de Mai zijn bijna tweehonderd onderwijsgebouwen deels herbouwd of grondig opgeknapt als onderdeel van het megaproject Marseille en Grand: betere tramlijnen, betaalbare woningen en uitnodigende openbare voorzieningen moeten de verwaarlozing tegengaan. Op de pas geopende Jolie Manon-school lopen nieuwe vloeren, hangen klassenfoto’s en tekenen kinderen zelfportretten; ambtenaar Michelle Bensaïd herinnert zich hoe de leerlingen bij de opening straalden: “Alles is hier nieuw!” Voorheen kampten veel schoolgebouwen met lekkages, stroomstoringen en gevaarlijke constructies, waardoor onderwijs en buurtactiviteiten ernstig werden belemmerd.

Het scholenprogramma is het paradepaardje van burgemeester Bruno Payan: van het totale budget van 1,8 miljard is tot nu toe 377 miljoen besteed en vorig jaar opende het stadsbestuur in hoog tempo nieuwe scholen — soms één per week. Kritiek klinkt dat het merendeel van het geld uit staatsmiddelen komt en dat Payan daarmee politiek glans verkrijgt. De burgemeester verdedigt de extra staatsinzet als noodzakelijke maatregel tegen het drugsgeweld dat volgens hem de jeugd en de stad vernietigt.

Marseille worstelt al jaren met diepe sociale problemen die het werkveld van drugsbendes aantrekkelijk maken. In buurtjes als Belle de Mai leeft meer dan de helft van de inwoners onder de armoedegrens (56 procent); stedelijk breed lag het armoedepercentage in 2021 rond 26 procent, tegen 15 procent nationaal. Werkloosheid zit rond de 15 procent. Die economische kwetsbaarheid rekruteert jongeren voor het criminele circuit: tieners van veertien, vijftien jaar worden steeds vaker ingezet voor moorden en wraakacties.

De georganiseerde misdaad heeft een zichtbare en gewelddadige aanwezigheid. In 2023 vonden volgens lokale rapporten honderden moorden en moordpogingen plaats in de oorlog tussen bendes als DZ Mafia en Les Blacks — circa 315 incidenten — en vorig jaar pakte Europol een netwerk aan waarbij 16 mensen werden gearresteerd en meer dan 200 kilo amfetamine in beslag werd genomen; de bendes zouden hun chemicaliën uit China halen en logistieke banden hebben met Mexicaanse kartels en verschillende Europese landen. De nationale cijfers zijn alarmerend: vorig jaar waren er 85 drugsdoden in Frankrijk, waarvan 49 in Marseille alleen.

Die realiteit stelt grenzen aan wat de stad zelf kan doen. De gemeente investeert in gebouwen en openbare ruimtes, maar politie en leerkrachten vallen onder de staat; de stadsregio (metropole) regelt onder meer trams en vuilnis. Locoburgemeester Pierre‑Marie Ganozzi benadrukt deze taakverdeling en houdt zich vooral bezig met het scholenproject. Tegelijk waarschuwt hij voor kwetsbare plekken in het noorden van de stad “waar je beter niet kunt komen”, en bewoners wijzen op dealers in de straat — problemen die gemeentelijke renovaties niet direct oplossen.

De malaise van Marseille is historisch en economisch geworteld. De havenstad groeide dankzij migratie en handel; decennialange de-industrialisatie, oliecrises in de jaren zeventig en onvoldoende herstel hebben geleid tot structurele achterstand. Tegelijkertijd is de stad paradoxaal: dure boetieks en hippe wijken liggen vlakbij volkswijken met uitbundige graffiti. Recent kreeg Marseille een imagoboost door het bezoek van president Macron en internationale media-aandacht voor levendige buurten, wat touristische belangstelling en beginnende gentrificatie aanwakkerde — tot gemengde gevoelens bij lokale journalisten en bewoners.

Voor bewoners blijven dagelijkse vragen acuut: voldoende leraarsposten in de vernieuwde scholen, verlichting tijdens sloopwerkzaamheden, en veiligheidsmaatregelen rond speelplaatsen (er zijn al meldingen van mensen die over hekken klimmen). Terwijl het stadsbestuur inzet op fysieke vernieuwing van scholen als centrum van buurten, wijzen journalisten en activisten erop dat alleen repressie van de georganiseerde misdaad niet volstaat: er is ook “actief preventiebeleid” nodig om jongeren alternatieven te bieden en de voedingsbodem van armoede en uitsluiting aan te pakken. De scholenrenovaties zijn een zichtbaar begin, maar leggen tegelijk bloot hoe veel van de problemen bovenlokale coördinatie en langdurig sociaal beleid vereisen.