In topsport gaat het niet om kleur maar om kwaliteit. Konden we dat ook maar zeggen over onze woke universiteiten

zaterdag, 11 oktober 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Bij de interland Malta–Nederland vorige week viel op dat op het einde van de wedstrijd behalve doelman Bart Verbruggen geen enkel speler «volbloed blank» op het veld stond; spelers zoals Tijjani Reijnders hebben deels Indonesische herkomst, de rest heeft Surinaamse of Afrikaanse roots. De columnist gebruikt die observatie als vertrekpunt om te pleiten dat de etnische diversiteit in het Nederlandse topvoetbal juist een succesverhaal is: selectie gebeurt volgens hem kleurblind op voetbalkwaliteit, waardoor mensen met niet-westerse achtergrond in de bovenlaag van de sport oververtegenwoordigd zijn — een ontwikkeling die hij ziet als een directe doorwerking van het slavernijverleden dat uiteindelijk leidde tot migratie naar Nederland.

Die fenomenen plaatste hij tegenover wat hij «woke»-denken noemt: de opvatting dat westerse instituties systemisch racistisch zijn en massaal «gedekoloniseerd» moeten worden. Als voorbeeld noemt hij onderzoeksgroepen aan universiteiten (zoals de UvA’s Decolonial Futures) en beleid rond inclusiviteit en positieve discriminatie, die volgens hem contraproductief en te ideologisch zijn. In de sport, betoogt hij, is geen enkel probleem met de sterke aanwezigheid van spelers van kleur omdat die deelname gebaseerd is op aantoonbare kwaliteit en beloning op meritocratische gronden.

De column gaat verder op het gevoelige terrein van groepsverschillen. Eerst stelt de schrijver dat het idee dat er geen verschillen in aanleg tussen etnische groepen zouden bestaan voorgoed taboe is geworden; daarna verbindt hij dit met de recente toekenning van de Nobelprijs voor scheikunde aan Omar Yaghi, een Palestijn die in de VS werkt. Hij suggereert dat politieke en achterkamertjesfactoren ook meespelen in wie op welk moment wordt bekroond, en wijst op de grote discrepanties in Nobelvertegenwoordiging: Joden zijn sterk oververtegenwoordigd, Arabieren juist nauwelijks.

Als illustratie van de academische controverse rond groepsverschillen haalt de columnist Nicholas Wade en diens 2014-boek A Troublesome Inheritance aan, dat stelde dat genetische verschillen tussen groepen maatschappelijke consequenties kan hebben. Volgens hem leidde publicatie tot heftige veroordeling en cancelcultuur op Amerikaanse universiteiten, en dat voorbeeld toont — naar zijn mening — hoe academische en publieke debatten rond dergelijke onderwerpen worden afgeschermd.

De kernboodschap is dat sport en sommige wetenschappelijke statistieken laten zien dat etnische samenstelling van elites niet eenvoudigweg een gevolg van institutioneel racisme is, en dat het «woke»-discours het vrije onderzoek en de open discussie over mogelijke groepsverschillen onder druk zet. Als aanvullende context: wetenschappers benadrukken dat onderzoek naar bevolkingsverschillen complex is, gevoelig en betwist; socio-economische factoren, historische kansenongelijkheid en biologische variatie spelen allemaal een rol, en verklaringen vereisen zorgvuldige, genuanceerde analyse.