In Rotterdam koken ze weer gerechten van honderden jaren geleden

dinsdag, 9 september 2025 (06:34) - Trouw

In dit artikel:

In de Centrale Bibliotheek in Rotterdam kregen zo’n vijftig belangstellenden een proeverij en lezing over duizend jaar Rotterdams eten, gegeven door culinair historicus Manon Henzen. Het evenement vond die middag plaats op de plek vlakbij waar de stad rond 1270 ontstond; het was de tweede sessie van de dag. Henzen, mede-auteur van het boek Een Culinaire Tijdreis, 1000 jaar koken in Rotterdam (waarbij ook conservator Alexandra van Dongen van Museum Boijmans Van Beuningen betrokken is), serveerde historische hapjes en ontkrachtte gangbare ideeën over oud voedsel.

Deelnemers proefden onder meer een ‘gekloven nonnetje’ uit het vroegste Nederlandse gedrukte kookboek (1514): een gevuld ei met kaneel, nootmuskaat, gember, suiker en zelfs appel. De verrassende combinatie — appel in een ei en suiker erop — leidde tot geroezemoes in de zaal. Andere voorbeelden waren een negentiende-eeuwse aardappelpudding met gekonfijt fruit (die door proevers voor cake werd aangezien), warmoeskoekjes van snijbiet uit een achttiende-eeuws suikerbakkersboekje en zeventiende-eeuwse taartjes met peer en appel.

Henzen benadrukte dat vroeger anders werd gegeten: geen enkel bord met één gang, maar veel verschillende gerechten tegelijk; bestek zoals mes en vork raakte pas in de achttiende eeuw ingeburgerd; en de aardappel werd pas vanaf de negentiende eeuw echt populair in Nederland, waardoor het stereotype van oud-Nederlandse stamppot niet klopt. Ook kwam aan bod hoe specerijen uit Azië via Italiaanse tussenhandelaren in Europa en later in Rotterdam terechtkwamen, en hoe de stad vroeg al veel lokaal produceerde — vee op omliggende landerijen en vis uit de rivier.

Met een kritische kanttekening stelde Henzen dat veel historische recepten juist gezonde, natuurlijke ingrediënten gebruiken en vroeg zich hardop af waarom hedendaags eten soms zo slecht is: “Wat eten mensen tegenwoordig toch eigenlijk een bagger.” De proeverij diende niet alleen als smaakervaring maar ook als aansporing om vooroordelen over voedselschiedenis te herzien en de complexiteit van Rotterdamse culinaire tradities te waarderen.