In Lauwersoog moet dijkgat bescherming bieden tegen zeespiegelstijging
In dit artikel:
Op de klimaattop in Belém staat niet alleen mitigatie van CO2 centraal; delegaties onderhandelen ook over adaptatie: bescherming tegen onomkeerbare effecten zoals zeespiegelstijging, hevige regenbuien en verzilting. Nederland, als deltaland, levert praktische voorbeelden en technologieën die elders bruikbaar zijn.
In Groningen bracht een opvallend project allerlei waterpartners samen: in het Lauwersmeer is bewust een gat in de dijk gemaakt zodat eb en vloed een binnenmeertje kunnen vullen. Daardoor slaat het tij telkens slib neer, waardoor het land langzaam opbouwt en natuurlijke 'stootkussens' ontstaan die bij storm of dijkdoorbraak schade kunnen dempen. Dergelijke getijdenherstelprojecten combineren klassieke harde werken (zoals dijken en Deltawerken) met natuurgerichte oplossingen om zowel ecosysteemfuncties als veiligheid te versterken.
De Waddenzee en ondiepe gebieden lopen het risico permanent onder water te raken; door delen land op natuurlijke wijze te laten ophogen blijven belangrijke vogelleefplaatsen en visgronden behouden. Voorbeelden als het Verdronken Land van Saeftinghe tonen dat slibophoping land sneller kan laten rijzen dan de zeespiegel stijgt, wat polders beschermt. Ook kan het herstel van verbindingen met de zee waterkwaliteit verbeteren — in afgesloten gebieden zoals de Grevelingen leidde gebrek aan doorstroming tot zuurstofarme zones en massale vissterfte.
Praktisch vraagt dit ruimte: dijken soms enkele honderden meters landinwaarts verleggen zodat buitendijkse stukken kunnen overstromen en slib zich ophoopt. Bestuurders moeten daarvoor politieke moed tonen. Volgens recente studies kan de zeespiegel de komende 200 jaar twee tot vijf meter stijgen, met gevolgen voor overstromingsrisico, verzilting en grondwater.
Nederland deelt kennis en zoekt naar toepassingen in andere delta’s, bijvoorbeeld bij Java, de Mekong en Bangladesh. Op de top in Belém wordt daarnaast besproken hoe je adaptatieobjectief meet en vooral wie betaalt: arme landen vragen meer financiële steun van rijke landen om de kosten van aanpassing te dragen.