In het werk van de muzikale omnivoor Ryuichi Sakamoto klinkt de hele wereld door

dinsdag, 2 september 2025 (15:29) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Ryuichi Sakamoto (1952–2023) was een Japanse componist, pianist en popmuzikant die genregrenzen bewust negeerde en voortdurend van gedaante veranderde. Vanaf de jaren zeventig maakte hij naam als een van de pioniers van de elektropop met Yellow Magic Orchestra, en als soloartiest op platen als B-2 Unit legde hij een directe link naar dance en techno. Tegelijkertijd werkte hij in ambient, muziektheater, sound-installaties en filmmuziek, en zocht hij samenwerkingen met uiteenlopende artiesten als David Sylvian, Youssou N’Dour, Alva Noto, David Byrne, Iggy Pop en Nam June Paik.

Zijn repertoire varieerde van slick pop en jazzy crooner-pianowerken tot sobere, onberispelijke pianocomposities. Toch is er in al die verscheidenheid een herkenbare Sakamoto-stem: specifieke akkoordkleuren, oosterse melodische accenten, fluïde synthesizertimbres, een verstilde intensiteit en een terugkerend verlangen naar vrede. Dat persoonlijke palet komt bijvoorbeeld samen op het ingetogen pianodraaiblad BTTB (Back To The Basics) en in de theatrale, atmosferische albums waarop natuurgeluiden en elektronische bewerkingen samensmelten.

Zijn filmmuziek laat die empathie en breedte goed zien. Vanaf Merry Christmas Mr Lawrence (1983) ontwikkelde Sakamoto een melancholieke, vaak klassiek geïnspireerde toon die in latere scores nog meer verdiepte. Muziek uit recente films zoals Proxima (2019) toont hoe zijn stijl naar soberder tempi en grotere stilte neigde; een korte, krachtige passage van circa 71 seconden in Travel werd in het artikel als exemplarisch magisch genoemd. Andere stukken, zoals Rescue in the Water of Escape 1 (The Fortress, 2017), bewegen richting avant-gardistische orkestratie, wat zijn veelzijdigheid onderstreept.

De laatste fase van zijn loopbaan werd mede bepaald door de strijd tegen kanker. Dat fysieke verval weerspiegelde zich in werken als async (2017), waarin atomisering en broos herstel zich muzikaal afspelen: fragiele pianopassages, elektronische pastiches van Bach-achtige koralen en klanken die naadloos aansluiten op de buitenwereld. De muziek lijkt daar letterlijk natuurlijk te worden — geschikt om tijdens een wandeling in de open lucht te horen — en toont Sakamoto’s vermogen om leven, dood en herinnering te verzoenen in klank.

Sakamoto’s kracht lag in het vermogen om culturen en tradities te absorberen zonder zijn eigen stem te verliezen. Of hij nu pop, kamermuziek, elektronica of filmmuziek schreef, alles ging door het filter van zijn omnivore verbeelding. Daardoor bleef hij minder een grensverleggende curiositeit dan een wereldkunstenaar die de hele muziekwereld in zich droeg.