Ouders van vermiste Yoran Krol werden bekend tegen wil en dank: „Er zijn maar weinig dagen dat ik niet huil"
In dit artikel:
Op kerstavond 2023 verdween de zestienjarige Yoran Krol uit Sleeuwijk spoorloos nadat zijn fiets om middernacht op de Merwedebrug werd aangetroffen. Zijn ouders, Daniël en Mirjam Krol, herkennen sindsdien een opeenstapeling van feiten: Yoran verliet eerder dan gebruikelijk het jongerencentrum in Almkerk, zijn telefoon stond uit en de fietsverlichting werkte slecht. Ondanks enorme zoekacties — meer dan 2.500 mensen hielpen in de eerste dagen — werd hij nooit gevonden. De ouders houden er groot vermoeden aan over dat hij impulsief van de brug is gesprongen; een definitief antwoord ontbreekt omdat niemand meer weet wat er in zijn hoofd speelde.
In de eerste periode na de verdwijning trokken Daniël en Mirjam zich terug, ontroerd en uitgeput. Inmiddels vertellen ze hun verhaal openbaar via podcasts, kerken en lezingen over rouw. Ze delen niet alleen het praktische verloop van de gebeurtenis en de daaropvolgende onderzoeksfeiten, maar ook hun innerlijke worsteling: schuldgevoelens, verdriet en vragen aan God die niet makkelijk te rijmen waren met hun geloof. Daniël legt uit hoe zijn beeld van God veranderde — van een almachtige interventie‑verwachting naar het ervaren van een metramende God die meewéélt met het verdriet — en hoe Bijbelse beelden (zoals Jezus als vriend) hem hielpen het verlies een plek te geven. Mirjam worstelt met paradoxale gevoelens van dankbaarheid dat haar gezin steun ontvangt en schuld tegenover haar zoon.
Het gezin organiseerde op 3 februari 2024 een herdenkingsdienst met zo’n 600 aanwezigen, waarin rouw en lofzang naast elkaar bestonden. Daarbij werd duidelijk hoe geliefd Yoran was: hij bleek een verbindende kracht in zijn vriendenkring, zorgzaam voor nieuwkomers en buitenstaanders, vol plannen en ideeën. Die kant van hem bracht de ouders troost; ze ontdekten ook dat anderen hun zoon koesterden op manieren die zij niet volledig hadden gezien.
De impact op het dagelijks leven is blijvend. Beide ouders noemen chronische vermoeidheid en een ‘manke’ manier van leven: ze zijn minder ontvankelijk voor oppervlakkigheid, stellen andere prioriteiten en willen mensen diepgaander zien. Praktisch loopt het leven ook door: ze ontvangen nog post voor Yoran (hij wordt dit jaar 18 en is formeel niet doodverklaard), overwegen juridische stappen zoals bewindvoering bij afwezigheid en ervaren het ongemak van instanties die hem formeel blijven benaderen. Ze zeggen dat de puzzel rond de avond nooit volledig legbaar zal zijn — het beslissende laatste moment blijft ondoorgrondelijk — en dat het gemis hun hele verdere bestaan tekent.
Naast rouwverwerking geven Daniël en Mirjam lezingen waarin ze uitleggen wat rouw is, hoe je er duurzaam voor nabestaanden kunt zijn en waarom het helpt een leven te bouwen op een stevig fundament (in hun woorden: het geloof). Ze schrijven ook een boek over de ervaring, waarin ze eerlijk willen zijn over alle kanten van een vermissingszaak: van politiecontact en praktische rompslomp tot de ongevraagde bemoeienis van paragnosten en complotdenkers. Het doel is anderen handvatten te geven en zichtbaarheid te bieden aan de geestelijke strijd die bij zo’n verlies hoort.
Tegelijk blijven ze dankbaar voor de steun: er bidt nog steeds een netwerk voor hen, mensen koken voor het gezin en er is veel medeleven van onbekenden die langs de brug bidden. Maar hoop dat Yoran ooit levend wordt gevonden is volgens Mirjam vrijwel verdwenen; ze schat de kans op terugkeer op bijna nul, al blijft een flintertje onzekerheid bestaan. De ouders roepen ook op om aandacht te hebben voor kwetsbare jongeren: een onvolgroeid tienerbrein kan in een moment van eenzaamheid tot onherstelbare keuzes leiden. Wie zelf aan zelfdoding denkt, wordt aangemoedigd hulp te zoeken bij de beschikbare hulplijnen (zoals 113 Zelfmoordpreventie).
Kortom: de familie Krol leeft met onafgemaakte vragen en voortdurende rouw, maar zoekt tegelijk naar betekenis en hulp aan anderen door hun verhaal te delen — een proces van persoonlijke worsteling, geloofsherijking en maatschappelijke betrokkenheid.