In een nieuwe cultuur, groei je als een kind
In dit artikel:
Saadat Mousavi beschrijft zijn persoonlijke traject van aankomst als vluchteling in Nederland (augustus 2021) naar het langzaam vinden van een plek in de samenleving. Aanvankelijk was hij onder de indruk van de ordelijkheid en vrijheid van het land, maar al snel werd dat gevoel overschaduwd door diepe eenzaamheid en onbegrip. Een psycholoog bood geen pasklaar antwoord; Mousavi ervoer zichzelf aanwezig maar afgesneden, een toestand die hij vergelijkt met het ontbreken van een taal waarin hij zich thuis kon voelen. Daarom begon hij actief te reizen, Nederlands te leren en gesprekken aan te gaan—en vooral een vriendschap met een Nederlander, Bert, speelde een doorslaggevende rol. Bert fungeerde als gids, bemiddelaar en steunpilaar: samen maakten ze steden en dorpen toegankelijk, wat hielp angsten te verkleinen en ruimte te scheppen voor integratie als een emotioneel en relationeel proces, niet alleen een juridisch traject.
Mousavi plaatst zijn ervaring in bredere perspectieven: migratie kent uiteenlopende oorzaken (oorlog, onderdrukking, armoede, economische motieven) en die verschillen vereisen nuance in beleid en publieke discussie. Culturele verandering is een kernuitdaging; migratie kan leiden tot een cultuurschok waarbij normen, taal en dagelijkse gewoonten botsen met wat iemand gewend is. Voor wie vluchtte om te overleven staan basisbehoeften vaak zó centraal dat culturele uitingen tijdelijk naar de achtergrond verdwijnen, wat soms afstand van eigen roots tot gevolg heeft. Anderen proberen juist actief hun taal en cultuur levend te houden als overlevingsstrategie voor identiteit.
De essayistische reflecties putten uit filosofische en sociologische ideeën. Met Lacans spiegelmetafoor vergelijkt Mousavi migratie met een wedergeboorte: in een nieuwe cultuur zie je jezelf zowel verbonden met het verleden als als autonoom individu. Dariush Shayegans beeld van oosterse identiteit als een lappendeken onderstreept de complexiteit van culturele zelfbeelden en pleit tegen simplistische etiketten. Taal krijgt bijzondere nadruk: naast communicatie is het een sleutel om toegang te krijgen tot werk, sociale netwerken en culturele codes. Literatuur en denkers zoals Laura Weeda en Slavoj Žižek worden aangehaald om te laten zien dat taal zowel scheidslijnen kan versterken als bruggen kan slaan, mits er empathische en kritische dialoog plaatsvindt.
Mousavi bespreekt ook structurele en politieke hindernissen: strenge boetes en bureaucratische verplichtingen kunnen gemotiveerde migranten ontmoedigen en stroken volgens sommige onderzoekers (Tamar de Waal) niet met vrije democratische waarden. Migratiesocioloog Hein de Haas benadrukt dat integratie vaak generaties overspant: waar de eerste generatie worstelt, presteren volgende generaties doorgaans beter op school en arbeidsmarkt.
Een concreet voorbeeld dat Mousavi noemt is de UAF Award op 18 december 2024, waar succesvolle migranten (hoogleraren, artsen, kunstenaars) werden gevierd. Dat evenement zette de mismatch in beeld tussen de positieve realiteit van veel migranten en de negatieve, simplistische beeldvorming in media en politiek. Voor Mousavi illustreert zijn eigen route—taal leren, sociale contacten opbouwen, en blijven deelnemen in filosofische en culturele gesprekken—dat integratie een geleidelijk, wederkerig proces is. Met dialoog, geduld en wederzijds openen van deuren kan integratie uitgroeien tot een menselijk en dynamisch samenleven, waarbij vooroordelen worden uitgedaagd en meervoudige identiteiten een plek krijgen.