In diplomatie met China ligt voor het Westen een groter potentieel dan in confrontatie

woensdag, 8 oktober 2025 (11:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Historicus Nicholas Mulder (Cornell University) betoogt in zijn buitenlandse column (8 oktober 2025) dat het veelgehoorde beeld van een ’nieuwe Koude Oorlog’ met China misleidend en potentieel gevaarlijk is. Recent Amerikaanse debat en beleidsreacties — aangewakkerd door een indrukwekkende Chinese militaire parade in Beijing, presidentiële verontwaardiging en maatregelen zoals de gedwongen verkoop van TikTok — hebben deze metafoor opnieuw populair gemaakt. Mulder waarschuwt echter dat die vergelijking het verleden vertekent en geen recht doet aan de hedendaagse realiteit.

De Koude Oorlog van de twintigste eeuw draaide om twee tegengestelde systemen: het communistische Oostblok dat een zelfvoorzienend alternatief probeerde te bouwen tegenover het kapitalistische Westen. China daarentegen is diep verstrengeld met de wereldeconomie; het levert momenteel meer industriële productie dan de volgende negen economieën samen en zal naar verwachting rond 2030 bijna 45 procent van de wereldproductie voor zijn rekening nemen. Beijing ontkent zelf ook de Koude-Oorlogsretoriek en mist volgens Mulder een coherent ideologisch project dat vergelijkbaar is met dat van de Sovjet-Unie.

Mulder benadrukt dat het verkeerde doelstellingen kan opleveren wanneer men de val van de Sovjet-Unie als maatstaf neemt: streven naar regimeverandering of economische ineenstorting van China is zowel onrealistisch als riskant gezien de mondiale verwevenheid. Hij haalt de geschiedenis aan om een alternatief pad te illustreren: na acute crises in de jaren zestig kozen Washington en Moskou voor meer wederzijds vertrouwen, en West-Europese détente in de jaren zeventig hielp dissidenten en bevorderde geleidelijke, grotendeels vreedzame transities eind jaren tachtig. Evenzo leverde Nixons opening naar China later voordelen op voor westerse economieën (goedkope arbeid), voor China (een explosieve armoedevermindering) en voor Taiwan (versnelde democratisering).

De centrale les volgens Mulder is dat pragmatisch engagement en diplomatie meer opleveren dan onbegrensde confrontatie. In plaats van reflexmatig Koude-Oorlogsdenken te herhalen, zouden westerse beleidsmakers moeten zoeken naar strategische manieren van samenwerken en beheersen van risico’s, rekening houdend met de unieke economische en geopolitieke positie van China in de 21ste eeuw. Mulder zal deze observaties voortzetten in een driemaandelijkse buitenlandse column.