In de VS geldt een islamitische socialist zo'n beetje als het schrikbeeld, maar Mamdani trok zich daar niets van aan
In dit artikel:
Zohran Mamdani is gekozen tot burgemeester van New York en wordt daarmee de eerste moslim in die functie — een overwinning die plaatsvond te midden van een bittere lastercampagne tegen zijn achtergrond. Zijn succes komt voort uit een strak gevoerde campagne die een helder, praktisch thema centraal hield: betaalbaarheid voor alle New Yorkers. Met aandacht voor hoge huren, voedselprijzen en ov-kosten wist de 33-jarige Democratische socialist vooral jonge en kosmopolitische kiezers te mobiliseren. In een stad waarin ‘socialist’ traditioneel een taboe is, sloeg zijn belofte van lagere lasten aan.
Mamdani en zijn team benaderden buurten met veel migranten persoonlijk om te horen waarom kiezers ontevreden waren; twee terugkerende kwesties waren de kosten van het dagelijks leven en onvrede over de Democratische koers rond Gaza. Zijn meertalige campagne — hij sprak naast Engels ook Spaans, Urdu en Arabisch — en het vermogen om met uiteenlopende New Yorkers direct te verbinden, maakten hem herkenbaar en geloofwaardig in de diverse stadscontext.
Tegelijk voeren politieke tegenstanders een harde aanval op zijn identiteit. Rivalen groeven in zijn verleden en probeerden hem te discrediteren via zijn culturele en religieuze achtergrond — met beschuldigingen van anti‑zionisme en zelfs het label ‘terreursympathisant’ door onder anderen Andrew Cuomo. Rechtse media en Super PAC’s gebruikten bewerkte beelden en suggestieve cartoons om islamofobe sentimenten aan te wakkeren. Ook voormalig burgemeester Eric Adams waarschuwde cynisch voor vermeend ‘islamitisch extremisme’ in Europa als Mamdani zou winnen. Ondanks deze aanvallen hield Mamdani vast aan zijn boodschap en sprak hij zich openlijk uit tegen de normalisering van islamofobie; ruim een week voor de stembusgang hield hij een gevoelige toespraak bij een moskee in de Bronx over het leven ‘in de schaduw’ na 9/11.
Mamdani’s persoonlijke achtergrond — geboren in Kampala uit Indiase ouders, met de tweede naam Kwame — illustreert de meervoudige identiteiten die veel stedelingen dragen. Zijn vader, de Columbia‑hoogleraar Mahmood Mamdani, heeft in Good Muslim, Bad Muslim geschreven over hoe geopolitieke keuzes en de nasleep van de Koude Oorlog en 9/11 hebben geleid tot een geforceerd onderscheid tussen ‘goede’ en ‘slechte’ moslims. Die dichotomie verklaart deels waarom moslims in de VS structureel onder verdenking staan, een patroon dat eerder zichtbaar werd in aanvallen op figuren als Barack Obama en Ilhan Omar.
Mamdani koos er bewust voor zijn islamitische identiteit niet te verbergen maar ook niet te laten domineren: hij wilde normaliseren in plaats van apologiseren. Tijdens zijn overwinningsspeech formuleerde hij dat bondig en confronterend: “I am Muslim. I am a democratic socialist. And most damning of all, I refuse to apologize for any of this.” Zijn verkiezing wordt gezien als een breuk met het oude politieke script waarin kiezers worden opgedeeld langs eendimensionale identiteitslijnen. Voor veel jonge New Yorkers markeert Mamdani een nieuw hoofdstuk waarin meervoudige afkomst, klassekwesties en praktische levensproblemen samen worden aangesproken zonder dat iemand eerst zijn loyaliteit moet bewijzen.
De uitkomst heeft bredere betekenis: het laat zien dat in stedelijke politiek een politiek van concrete economische voorstellen, gecombineerd met echt meertalig en alledaags contact, anti‑migratiesentimenten kan overwinnen. Mamdani belichaamt zo een post‑identitaire generatie in grote steden — iemand die tegelijk moslim, jong, kosmopoliet en politiek actief is, en die weigert zich te conformeren aan klassieke dichotomieën.