In de Schachbundesliga won topfavoriet Düsseldorf en maakte Carlsen zijn debuut
In dit artikel:
Tijdens de laatste drie ronden van de Schachbundesliga in Deggendorf van 25 tot 27 april ging de titel van Duits kampioen schaak naar de Düsseldorfer Schachklub, zoals verwacht gezien hun uitzonderlijke spelerslijst. Düsseldorf beschikt over vijf van de top tien schakers ter wereld, waaronder de Indiase wereldkampioen Gukesh, en heeft daarnaast sterke Nederlandse grootmeesters als Anish Giri en Jorden van Foreest aan lagere borden. Deze overweldigende kwaliteit is mogelijk gemaakt door de Oekraïens-Duitse zakenman Wadim Rosenstein, die fors investeerde in de club met het doel promotie en vervolgens het kampioenschap te behalen; die doelen zijn voldaan en Rosenstein wil nu terugschakelen.
Daarnaast maakte Magnus Carlsen zijn Bundesliga-debuut bij FC St. Pauli, een Hamburgse club die ook bekendstaat om haar ijverige voetbaltak. Carlsens keuze voor deze club lijkt deels verbonden aan de Hamburge ondernemer Jan Henric Buettner, met wie Carlsen de schaakvariant freestyle chess promoot. Carlsen zelf omschreef zijn start bij St. Pauli als die van een "schuchter jongetje dat zich moet invechten in een nieuwe buurt".
Verder schetst de analyse hoe lang gevestigde namen als Loek van Wely en Jeroen Piket hun plek in de schaakwereld moesten verdedigen tegen opkomend talent, zoals Erik van den Doel. Hoewel Van den Doel grote inzet toonde en ook actief was in de Partij voor de Dieren bij gemeenteraadsverkiezingen, had Van Wely, ook politiek actief voor Forum voor Democratie, in hun onderlinge partijen toch dominant succes. Het verhaal onderstreept de dynamiek binnen de schaakgemeenschap, waarin sportieve en persoonlijke achtergronden soms onvermijdelijk mengen.