In de romans van Maria Dermoût voert weemoed naar het vroeg-twintigste-eeuwse Indië de boventoon

woensdag, 26 november 2025 (12:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Maria Dermoût (1888–1962) was een schrijfster die op Java geboren werd en opgroeide binnen de Europese elite van Nederlands‑Indië, maar wier werk doordrongen is van een liefde voor het land en al zijn bewoners. Haar romans en verhalen kenmerken zich door weemoed, mysterie en een mengeling van realisme en magisch‑spirituele beelden; politiek geëngageerd zijn ze zelden, toch sluipt het koloniale geweld voortdurend in haar verhalen door.

Leven en achtergrond
Dermoût, geboren Maria Ingerman, verloor vroeg haar moeder, trouwde op jonge leeftijd en werd moeder; haar zoon overleed tijdens de oorlog in een interneringskamp. Haar man bekleedde hoge functies in Batavia, waardoor zij tot de Europese bovenlaag behoorde, maar zowel haar stem als uiterlijk maken de aanwezigheid van Indische invloeden aannemelijk, iets wat zij zelf nooit expliciet beaamde of ontkende. Ze woonde veel in de kolonie — onder meer op de Molukken tussen 1910 en 1914 — en vestigde zich in 1933 definitief in Nederland. Volgens biograaf Kester Freriks bepaalt gemis en afscheid haar leven; haar schrijverschap is een poging het vroegere Indië levend te houden.

Debuut, stijl en thematiek
Dermoût debuteerde op haar 63ste met Nog pas gisteren (1951), een verhaal dat direct zowel bewondering als felle kritiek oogstte. Critici bestempelden haar werk als nostalgisch, te mooi geschreven of stuntelig; prominent recensenten wezen haar schrijfstijl af. Desondanks won ze prijzen en verwierf vooral haar tweede roman, De tienduizend dingen (1955), internationale erkenning en vertalingen in vele talen. Time koos de Amerikaanse vertaling tot een van de beste boeken van 1958.

Haar vertelwijze is opvallend: suggestief, raadselachtig, vaak fragmentarisch en sterk beïnvloed door orale Indische verteltradities. Dermoût gebruikt herhalingen, afgebroken zinnen, lange opsommingen en stiltes als literaire middelen. Ze geeft stem en diepte aan vaak gemarginaliseerde personages — bedienden en andere ‘mensen van het land’ — en maakt van voorwerpen, dieren en landschappen levende, bezielde deelnemers in het verhaal. Deze bezieling verhindert sentimentalisme; in plaats daarvan ontstaat een universele, ambivalente levensbeschouwing waarin verleden en heden, goed en kwaad, dood en troost onlosmakelijk verbonden zijn.

Voorbeelden uit haar werk
- De sirenen (postuum uitgegeven verhaal) schetst een autonome vrouw die zich niet plooit naar gender‑ of culturele verwachtingen, over zee zwerft met een kat en een scheepsjongen, en uiteindelijk moordt. Het werk verbindt Indische omgeving met klassieke mythes, en zet krachtige vrouwelijke autonomie centraal.
- Nog pas gisteren is verteld vanuit het perspectief van het kind Riek en belicht de koloniale wereld van suikerplantages en huisbedienden. Dermoût zorgt ervoor dat de bedienden geen decor zijn maar volwaardige stemmen (Oerip, Mangoen, Roos, Karto, Boeyoeng), en verwerkt scènes die tonen hoe geweld en uitbuiting de paradijselijke façade ondermijnen: brandende velden, sadistische tentoonstellingen van macht, en een nachtelijk zangmotief van de rouwende bediende Boeyoeng. Het boek laat daarmee de tegenstelling zien tussen nostalgie en onderhuidse agressie.
- De tienduizend dingen is formeler radicaler: opgebouwd uit schijnbaar losstaande vertelsels rond een vervallen plantage (Kleyntjes) op een naamloos eiland. Centrale figuren zijn Felicia, haar grootmoeder en haar zoon Himpies. Het boek vervlecht moord, geesten, voorwerpen met zielskracht en herinnering, en werkt cyclisch: gebeurtenissen en personen echoën door de hoofdstukken heen. Verhalen als Constance en de matroos illustreren hoe Dermoût klassieke dramatische elementen in een Molukse setting plaatst en opnieuw vrouwen van het land centraal stelt. De roman toont dat het verleden niet voorbijgaat maar actief mee‑bepaalt wat leeft.

Kolonialisme en ambiguïteit
Hoewel Dermoût zichzelf politiek onverschillig noemde, evoceert haar werk impliciet koloniale tegenstellingen en geweld. Haar verhalen laten zien hoe het rijke leven van Europeanen berust op de arbeid en het lijden van koloniale bevolkingen; soms subtiel, soms expliciet klopt de toon van dreiging en schuld door de idyllische beschrijvingen heen. In de jaren vijftig kon haar werk nog als nostalgisch worden gelezen, maar met het opkomende postkoloniale bewustzijn — vooral na publieke aanklachten tegen Dutch conduct in Indonesië eind jaren zestig — bleek haar literatuur moeilijker van die context los te zien.

Vrouwenbeeld en literaire invloed
Opvallend is Dermoûts focus op koene, onvervaarde, vaak alleenstaande vrouwen: Riek, Felicia, de grootmoeder, Constance, Pauline en andere protagonistes die het leven met standvastigheid en paradoxaal vermogen tot tederheid en geweld tegemoet treden. Daarmee voorspelde ze in zekere zin thema’s die later feministische discussies zouden domineren. Haar liefde voor kleingewone dingen en haar manier van bezielen van objecten vertoont verwantschap met vroege natuuronderzoekers zoals Rumphius, maar vooral met mondelinge verteltradities van de Indische archipel.

Ontvangst en actualiteit
In Nederland raakte Dermoût, ondanks internationale lof, deels in vergetelheid. Critici en veranderende leesgewoonten droegen daaraan bij; tegelijkertijd vinden hedendaagse lezers in haar werk juist relevantie. Haar boeken vragen om langzaam, aandachtig lezen en om het verdragen van ambiguïteit. In een wereld van snelle oordelen en polariserende tegenstellingen biedt Dermoût een esthetiek en ethiek van “het‑een‑én‑het‑ander”: erkennen dat goed en kwaad, troost en geweld tegelijk bestaan.

Waarom haar nu nog lezen?
Dermoûts werk overtuigt door zintuiglijke taal, straffe verbeeldingskracht en een morele spelruimte waar herinnering, verlies en verbondenheid samenkomen. Voor lezers die willen begrijpen hoe het koloniale verleden zich in verbeelding en emotie nestelt, en voor wie geïnteresseerd is in een literaire ervaring die ambiguïteit omarmt in plaats van vereenvoudigt, vormen Nog pas gisteren en De tienduizend dingen nog steeds waardevolle, zelfs urgente lectuur. Ze nodigen uit tot langzaam lezen en tot het herkennen van de complexiteit van menselijke relaties — tussen mensen, dingen en het verleden.