In de jacht op grond worden de grote boeren steeds groter. 'Er is de afgelopen jaren goed verdiend'
In dit artikel:
De gemiddelde prijs van landbouwgrond in Nederland is gestegen tot circa 85.000 euro per hectare, met vooral grote, kapitaalkrachtige boeren als kopers die grond zoeken om hun mestoverschot kwijt te kunnen. Volgens Jos Ebbers van de NVM groeit de vraag naar grond vooral door boeren die hun bedrijf uitbreiden, maar ook beleggers tonen toenemende interesse in agrarisch vastgoed. In vier jaar tijd steeg de grondprijs met zo'n 25 procent, waarbij de prijsschommelingen per regio groot zijn; het duurst is grond in de IJsselmeerpolders (gemiddeld 164.000 euro per hectare) en het goedkoopst in centraal Friesland en de kop van Overijssel (ongeveer 63.000 euro).
Onderzoeker Jop Woltjer van Wageningen Universiteit nuanceert dat de prijsstijging over tien jaar gemiddeld 5 procent per jaar bedraagt, waarvan de helft inflatie betreft, en dat lage rentes de financiering hebben vergemakkelijkt. Naast landbouw is er ook concurrentie om grond voor woningbouw, natuur en duurzame energie, hoewel het aandeel landbouwgrond voor zonnepanelen momenteel nog zeer klein is (0,12 procent in 2023). De schaarste wordt versterkt doordat grond gemiddeld maar één keer in zestig jaar van eigenaar wisselt en jaarlijks slechts een klein deel (30.000 hectare van de 1,8 miljoen hectare) te koop komt.
De aangescherpte Europese mestregels, die de derogatie schrapten, hebben boeren met te veel mest doen zoeken naar extra landbouwgrond om mest lokaal te kunnen uitrijden. Vooral intensieve melkveebedrijven hebben het kapitaal en de noodzaak om grond te kopen, wat schaalvergroting versnelt. Volgens Woltjer kan deze vergroting ook leiden tot minder intensieve veeteelt per hectare, wat positieve milieueffecten kan hebben. Ook varkens- en kippenhouders met mestoverschotten participeren in de grondmarkt. Daarnaast tonen gemeenten, projectontwikkelaars en institutionele beleggers zoals verzekeraar ASR grote belangstelling voor landbouwgrond. ASR bezit ruim 45.000 hectare en ziet landbouwgrond als een stabiele investering met een historisch rendement van circa 4 procent per jaar.
Interessant is dat de prijzen rond Natura 2000-gebieden, ondanks stikstofmaatregelen, vergelijkbaar zijn met die buiten deze gebieden. Woltjer vermoedt dat boeren mogelijk verwachten dat restricties niet volledig worden doorgevoerd of dat compensaties worden geboden. Tegelijkertijd blijven ingrijpende maatregelen om stikstofuitstoot en biodiversiteitsverlies in landbouwgebieden tot nu toe beperkt van kracht.
Deze ontwikkelingen markeren een voortgaande consolidatie in de agrarische sector, gedreven door economische, milieukundige en beleidsmatige factoren. Het vervolg van dit tweeluik zal mogelijk dieper ingaan op de implicaties hiervan.