Immigratie vanuit een huishoudensperspectief

vrijdag, 5 december 2025 (06:30) - CBS

In dit artikel:

Onderzoek naar immigratiepatronen in Nederland (gegevens 2011–2023 van personen met een niet‑Nederlandse nationaliteit) laat zien dat bijna de helft van nieuwkomers (45%) als alleenstaande arriveert. De op één na grootste categorie zijn huishoudens met ouders en inwonende kinderen; jaarlijks gaat het om grofweg 27–36% van de immigranten. De huishoudelijke positie bij binnenkomst hangt sterk samen met het migratiemotief: arbeidsmigranten verschijnen vaak solo, gezinsmigranten meestal samen met partner en eventuele kinderen, en studiemigranten en asielzoekers tonen andere patronen. Na vestiging verandert die positie regelmatig: gezinsmigranten blijken het meest stabiel, terwijl (alleenstaande) arbeids- en studiemigranten het vaakst weer uitzetten. Asielmigranten wisselen relatief snel van huishoudensvorm. Relatievormingen blijken een belangrijke factor voor langdurig verblijf; alleenstaanden — vooral onder arbeidsmigranten — hebben een grotere kans op vertrek. Deze uitkomsten bieden handvatten voor beleid rond huisvesting, integratie en verblijfsplanning.