'Ik zou bijna zeggen: ik wens het u niet toe!' zei Schoof - drie conclusies na twee dagen debat

vrijdag, 19 september 2025 (11:48) - Het Parool

In dit artikel:

Henri Bontenbal (CDA) en Joost Eerdmans (JA21) stonden de afgelopen twee dagen centraal in het debat over de miljoenennota en werden door collega’s van alle kanten onder vuur genomen. Bontenbal, hoog in de peilingen, kreeg kritiek zowel van rechts als links en van religieuze partijen: te weinig conservatief op medische ethiek, te conservatief over abortus, te links op migratie en te rechts op de woningmarkt. Zijn antwoord is dat het CDA een eigen koers voert, maar zijn voorstel voor een ‘vrijheidsbijdrage’ — een belastingverhoging voor burgers, mogelijk via hogere btw, om hogere defensie-uitgaven te betalen — levert hem een kwetsbare positie op. Tegenstanders hebben het al geframed als een persoonlijke ‘Bontenbelasting’.

Eerdmans, die eerder als eenpitter vaak werd genegeerd, ervaart nu het volle gewicht van Kamerkritiek als fractieleider. Met name zijn voorstel om tóch weer naar gas te boren in Groningen riep felle reacties op: collega’s vinden compensatie voor Groningers onverenigbaar met nieuwe boringen en noemen zijn voorstellen ongeloofwaardig.

Het demissionaire kabinet zorgde voor een weinig spannende miljoenennota, maar het parlement gebruikt het debat traditioneel om fouten of aanvullende maatregelen aan te kaarten. Twee fouten uit de voorstellen van vorig jaar blijven hangen: een belastingwijziging die mensen met het minimumloon benadeelt — naar schatting 800.000 Nederlanders — en een noodfonds voor ongeveer 110.000 arme gezinnen dat door een technische wijziging niet meer vooraf aangevraagd kan worden, waardoor huishoudens de hulp eerst moeten voorschieten. Premier Dick Schoof verzekerde dat getroffen groepen waar mogelijk worden gecompenseerd en dat men werkt aan herstel van het noodfonds, maar Kamerleden bleven sceptisch en verzochten toezeggingen om eventuele resterende problemen alsnog te repareren.

Schoofs optreden werd gekenmerkt door terughoudendheid en zichtbare spanning over zijn rol als demissionair premier. Onder meer vanwege de koningstroonrede, waarin polarisatie werd benoemd, werd hem gevraagd waarom hij niet steviger normerend optreedt tegen extreemrechtse uitspraken of tegen de samenwerking met de PVV. Kritiek liep op tot de beschuldiging dat hij rechts-populisme zou omarmen om premier te blijven — een verwijt dat duidelijk ongemak bij Schoof opriep. Zijn positie lijkt uitgespeeld; het debat maakte duidelijk dat Kamerleden hem zien als voorzichtig op weg naar de uitgang.