Ik wil een steen om tegen te klagen of jubelen

zondag, 14 september 2025 (11:18) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

Daan Rot-de Launay besluit dat het tijd is om het urntje van Jan uit de doos naast haar bed te verplaatsen naar een echte urnentuin. Ze plant een afspraak bij de begraafplaats om de hoek: een bankje, een klein tuintje waar ze met een minihark kan wroeten, bloemen kan neerleggen en een plek heeft om zowel te klagen als te jubelen. Dat verlangen voelt als een drang die ze niet precies kan uitleggen, maar die ze wel moet volgen.

Haar kinderen reageren verdeeld en aarzelend. Via WhatsApp krijgt ze vragen en tegenwerpingen — van praktische opmerkingen over kittens tot bezorgdheid dat het besluit te snel is en dat ze tijd nodig hebben om eraan te wennen. Tijdens een werkafspraak op het terras van Villa Augustus in Dordrecht speelt zich een kleine scène af: een huilbui die ze in zich vasthoudt, een omgevallen kannetje melk en haar hond Dolly die de troep likt. Ze probeert uit te leggen dat ze niet wil dat Jan in een plakje van haar dagelijks leven blijft, maar liever een plek heeft waar familie samen kan komen.

Thuis roept ze haar zoon Wolf bij zich en vertelt over de afspraak. Zijn reactie — dat het dan “echt” is — raakt haar; het maakt zichtbaar hoe het verplaatsen van de as ook het rouwproces voor anderen concreet maakt. De column draait om het bewegen van afstand naar nabijheid: door fysieke scheiding te zoeken wil ze Jan dichterbij maken op een andere manier. De urnentuin fungeert daarbij als simbolische en praktische ruimte voor herinnering en samenkomst.