Ik vrees dat de Oekraïners worden vergeten | opinie

zaterdag, 20 september 2025 (09:59) - Dagblad van het Noorden

In dit artikel:

Simone Peek, buitenlandredacteur van NRC, beschrijft in persoonlijke reportages van haar terugkerende reizen naar Oekraïne hoe de oorlog gewone levens verplettert, maar tegelijk veerkracht en inventiviteit oplevert. Sinds de Russische invasie begin 2022 reist ze regelmatig naar steden als Kyiv, Mykolajiv, Zaporizja, Loehansk en Pokrovsk. Wat opvalt is niet alleen het nieuwsfeit zelf, maar de tastbare sporen: de vermoeidheid na nachtelijke luchtaanvallen, ouders en kinderen die van elkaar gescheiden zijn, en de alledaagse improvisaties — benzine werd tijdelijk een luxegoed, waterputten vervingen droge kranen, scholen kregen klaslokalen in schuilkelders en rechters werkten ’s nachts aan luchtverdediging.

Tegenover die breuk in het gewone leven staat grote vasthoudendheid. Inwoners organiseren festivals, hotels ontvangen weer zakenmensen, en er is een terugkeer van alledaagse eigenzinnigheid — terwijl tegelijk de frontlinies onveranderd dodelijk blijven. Peek schetst intieme ontmoetingen: een vrouw die haar man enkele uren langs het front bij Zaporizja bezoekt en moed volhoudt door hem geen slecht nieuws te vertellen; Serhi, een 35-jarige soldaat die zijn kruisjes slaat en nuchter zegt dat hij “gaat doden” omdat het moet; en Sasja, een frontsoldaat die maanden offline was en later terugkeert met verbanden en de boodschap dat hij “nog niet klaar” is — alles voor Oekraïne.

Een eigen risico-ervaring illustreert het onveilig karakter van frontreizen: onderweg naar Pokrovsk, deels omsingeld door Russische troepen, zegt een legerofficier simpelweg: “Het is niet veilig.” Die woorden vatten de situatie samen: er is weinig dat veiligheidsplannen kan garanderen; aan het oostelijk front geldt alleen het nu. Tegelijk toont Peek hoe mensen hun leven voortzetten, soms ondanks constant gevaar.

Naast persoonlijke verhalen signaleert ze geopolitieke zorgpunten. Europa koopt wapens en bespreekt steunmaatregelen, maar aarzelt om zelf directer in de vuurlinie te stappen of de geleverd materieel zelf te bedienen. Peek vreest dat de aandacht voor Oekraïne als natie blijft bestaan, maar dat het menselijk leed — de individuele Oekraïners en hun bovenmenselijke offers — naar de achtergrond kan verdwijnen terwijl Europa zoekt naar consensus over defensie. De concrete gevolgen van die uitputting zijn al zichtbaar: een politicus op straat neergeschoten door iemand die wraak wilde om een gesneuvelde zoon, een gemobiliseerde man die bij de grens werd gedood tijdens een poging het land te ontvluchten, en de aankondiging van president Zelensky van een nieuwe begraafplaats voor toekomstige en terug te vinden slachtoffers.

Peek concludeert dat Europa’s lot onlosmakelijk verweven is met dat van Oekraïne en dat begrip daarvan belangrijk is, maar ze waarschuwt vooral dat het politieke debat niet mag leiden tot het vergeten van de mensen die dagelijks het risico en de pijn dragen. Haar rede op de Clingendael REKA-conferentie onderstreept de menselijke maat van de oorlog: geen abstract geopolitiek dossier, maar miljoenen individuele offers.