'Ik trek het niet meer': COA-personeel breekt onder asieltsunami terwijl directeur Schoenmaker (VVD) lachend vertrekt
In dit artikel:
Milo Schoenmaker, VVD’er en sinds 2019 bestuursvoorzitter van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), treedt per 1 januari 2026 terug en laat volgens het artikel een organisatie achter die is verworden tot een “onbeheersbaar monster”. Toen hij begon had het COA 63 locaties, ongeveer 22.000 bewoners en circa 3.000 medewerkers; eind 2025 vangt het staatsorgaan bijna 80.000 asielzoekers en statushouders op, op 327 locaties, met zo’n 8.500 personeelsleden. Die snelle groei leidde volgens het stuk tot overbelasting van capaciteit en personeel, maatschappelijke onrust en frequente negatieve berichtgeving — van de crisis in Ter Apel tot protesten van dorpen die zich tegen nieuwe opvanglocaties keren.
Schoenmaker erkent de menselijke tol: hij zegt onder meer “Ik heb tranen gezien” bij medewerkers die het niet meer trekken. Hij wijst het begin van de escalerende crisis grotendeels toe aan de val van Kabul in 2021, waarna noodopvang de norm werd en alles van kazernes en schepen tot tentenkampen en hotels werd ingezet. De auteur stelt echter dat dit geen louter gevolg van overmacht is, maar beleid: het land zou de grenzen niet zorgvuldig genoeg sluiten en Den Haag weigert structureel “nee” te zeggen, waardoor het COA steeds moet improviseren.
Het artikel bekritiseert ook de werkwijze richting gemeenten: Schoenmaker zou in crisisituaties de normale democratische overlegprocedures naast zich neer hebben gelegd en in korte, drukke telefoontjes burgemeesters en wethouders hebben opgelegd waar opvang moest komen. Volgens het stuk getuigt dat van bestuurlijke arrogantie en leidde het tot gevoelens van onmacht bij omwonenden wiens leefbaarheid onder druk kwam te staan.
Politiek en persoonlijk krijgt Schoenmaker weinig mildheid: hij verlaat zijn functie met een onderzoeksjaar naar migratiebeleid op kosten van de belastingbetaler — een “zachte landing” die de schrijver scherp veroordeelt. De conclusie van het opiniërende bericht is dat de problemen niet verdwijnen met zijn vertrek zolang het onderliggende beleid en de bestuurlijke aanpak niet veranderen; ondertussen blijven overvolle centra, uitgeput personeel en lokale onvrede bestaan.
Kortom: het artikel schetst Schoenmakers vertrek als symbolisch einde van een periode van snelle expansie en oplopende ontwrichting binnen de Nederlandse opvangketen, en roept op tot inzage in verantwoordelijkheid en beleidswijziging.