Ideologische bezetenheid tast de democratie aan
In dit artikel:
Na de moord op de 17‑jarige Lisa door een illegale asielzoeker ontstond in Nederland een brede campagne tegen femicide: ‘Wij eisen de nacht op’, door media gesteund en snel goed voor zo’n half miljoen euro. Die gebeurtenis fungeerde als aanzet voor een bredere kritiek in het stuk op hoe politiek, media en academie met feiten en emoties omgaan.
Politiek ingestoken reacties kregen veel aandacht. Frans Timmermans plaatste onveiligheid van vrouwen in algemene termen door het op alle mannen te betrekken, waardoor volgens de auteur de concrete problematiek verschoof naar een veilige abstractie. Femke Halsema gebruikte absolute aantallen bij seksuele delictstatistieken en noemde kritiek daartegen ‘gegoochel’. Volgens historicus Leo Lucassen en later toelichtingen van Jan van de Beek waren die cijfers misleidend gepresenteerd: Halsema zou personen met een Nederlands paspoort maar met herkomst uit landen als Somalië en Afghanistan tot de autochtonen hebben gerekend, waardoor het beeld dat autochtonen het merendeel van zedendelicten plegen onterecht zou zijn. Van de Beek stelt dat autochtone verdachten slechts 31 procent vormen en dat niet‑autochtonen zwaar oververtegenwoordigd zijn, ook in absolute termen.
Daarnaast wordt het publieke debat verstoren door onzorgvuldige berichtgeving en het gebruik van dubieuze bronnen. De NOS nam een bericht over vermeende genocide in Gaza over dat eerder op sociale media was ontkracht; het berustte op een bijeenkomst van een dubieus zelfbenoemd genootschap waar men voor twintig‑dertig dollar lid kon worden. De KNAW leidde hetzelfde rapport aan in een verklaring, ondanks bezwaren van erkende genocidewetenschappers. De Volkskrant presenteerde foto’s uit Gaza als primeur terwijl die al een jaar eerder in The New York Times hadden gestaan; kritische notities over de echtheid werden volgens de auteur niet gewaardeerd.
Op universiteiten zou het volgens de schrijver moeilijker zijn geworden om wetenschappelijke ideeën te weerleggen wanneer ze niet in de ideologische lijn passen, met name rond Gaza. Ook de nasleep van de moord op Amerikaanse debatfiguur Charlie Kirk wordt aangehaald: er verschenen juichende reacties en een lasterlijke montage die later slechts summier werd gerectificeerd, terwijl in Amsterdam bij een optreden van Bob Vylan beledigingen en oproepen tegen ‘zionisten’ gegeven werden. Paradiso‑directeur Van Itallie relativiseerde die incidenten, maar de auteur wijst erop dat zulke reacties bijdragen aan polarisatie en normalisering van agressieve taal.
De kernkritiek is dat instituties — pers, wetenschap, politiek en maatschappelijk middenveld — selectief omgaan met feiten als die niet in het beleids‑ of morele kader passen. Dat leidt volgens de tekst tot hypocrisie, cynisme en verzwakking van democratische kernwaarden. De schrijver waarschuwt dat wie ideologisch bezetten toestaat instituties af te breken uiteindelijk niet alleen zichzelf delegeitimiseert, maar ook de democratie ondermijnt.
Het stuk verscheen in Wynia’s Week, dat zichzelf presenteert als onafhankelijke berichtgever en de oproep doet voor steun door donateurs.