ICJ eist dat Israël VN-hulp toestaat in Palestijnse Gebieden
In dit artikel:
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag heeft woensdag geoordeeld dat Israël als bezettende macht humanitaire hulp naar de Palestijnse Gebieden moet toestaan en de werkzaamheden van de VN-hulporganisatie UNRWA moet ondersteunen. Het advies volgt op een verzoek van de Algemene Vergadering van de VN, maar is juridisch niet bindend. Desondanks hopen VN-lidstaten dat het de druk op Israël vergroot om beleid te wijzigen.
Het elfkoppige hof benadrukte dat Israël zich moet houden aan internationale verplichtingen, waaronder het faciliteren van de levering van essentiële goederen aan Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het stelde bovendien dat Israël onvoldoende bewijs leverde voor haar bewering dat veel UNRWA-medewerkers lid zouden zijn van Hamas; UNRWA was in januari verboden en moest sindsdien al haar activiteiten staken, wat grote gevolgen had voor hulpverlening.
Het ICJ bevestigde verder eerdere conclusies: Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied zijn illegaal en kunnen niet worden verzwaard door een permanente bezetting die neerkomt op annexatie. Ook bepaalde het hof dat hongersnood niet als oorlogswapen mag worden gebruikt en dat Israël moet zorgen dat basisbehoeften van de Gazaanse bevolking worden vervuld.
Analisten en de VN hopen dat het advies politieke druk vergroot, maar verwacht wordt dat Israël het advies negeert; de Israëlische vertegenwoordiger bij de VN noemde de uitspraak "schandelijk" en vond dat de aandacht op Hamas zou moeten liggen.