Hybride auto's zijn op papier schoon, maar stoten op de weg ineens veel meer uit
In dit artikel:
Stekkerhybrides blijken in de praktijk veel vervuilender dan uit de officiële keuringscijfers naar voren komt. Een analyse van milieuorganisatie Transport & Environment (T&E), gebaseerd op real‑worldmetingen van het Europees Milieuagentschap (EEA) bij honderdduizenden auto's, laat zien dat de gemiddelde CO2‑uitstoot van plug‑in hybrides van modellen die tussen 2021 en 2023 zijn verkocht ongeveer vier keer zo hoog ligt als op het kentekenlabel staat (dat vaak rond de 35 g/km vermeldt). Ter vergelijking: volledig elektrische auto's komen op papier op 0 g/km en gewone benzineauto's rond 134 g/km.
Oorzaken zijn praktisch en technisch: eigenaren gebruiken de elektrische modus veel minder dan verwacht, hybrides rijden alleen vaak in de stad volledig elektrisch en op snelweg of bij stevig optrekken schakelt de verbrandingsmotor in. Zelfs in zogenoemde elektrische stand verbruiken veel modellen gemiddeld nog zo'n 3 l benzine per 100 km (ongeveer 68 g CO2/km).
De Europese Commissie past daarom de officiële testmethode aan om reëler rekening te houden met hoe vaak elektrische modus daadwerkelijk wordt gebruikt; vanaf 2027 volgt een verdere correctie. De auto-industrie verzet zich echter fel: brancheorganisatie ACEA lobbyt in Brussel om de oude berekeningswijze te behouden en waarschuwt dat herziening Europese fabrikanten nadeel kan opleveren. T&E waarschuwt voor een nieuw "schandaal" vergelijkbaar met Dieselgate; T&E‑directeur Lucien Mathieu: "De auto-industrie vraagt de EU opnieuw om de andere kant op te kijken."
De uitkomst heeft directe financiële gevolgen: in Nederland zou de aankoopbelasting (bpm) op een auto met een papieren 35 g/km nu circa €737 bedragen, maar met de nieuwe berekening vanaf 2027 daarop kunnen uitkomen rond €4.985. Tegelijk barst in Brussel een felle discussie los over het 2035‑verbod op verkoop van auto's met uitstoot: auto‑fabrikanten en sommige lidstaten vrezen concurrentienadeel, terwijl andere spelers en cleantechbedrijven juist pleiten voor het vasthouden aan het doel.