Geen huurbevriezing: bewoners betalen deze zomer weer 5 procent extra
In dit artikel:
De gemiddelde maandhuur van woningen was in juli 4,9 procent hoger dan een jaar eerder, meldt het CBS. Dat is een forse stijging boven de huidige inflatie (bijna 3 procent) en de op één na snelste toename in jaren; alleen vorig jaar gingen huren nog harder omhoog.
Dit voorjaar stond een tweejarige bevriezing van sociale huren op de politieke agenda, maar die maatregel verdween na de val van het kabinet. Verhuurders benutten vervolgens bijna maximaal de toegestane verhogingen: sociale corporatiewoningen (maandhuur tot circa €900) stegen het sterkst met 5,1 procent — corporaties bezitten ongeveer twee derde van de huurvoorraad. Sociale huur bij andere verhuurders klom 4,7 procent, vrije sectorhuur 4,4 procent.
De beschikbare huurbestanden krimpen doordat veel verhuurde panden verkocht worden; volgens het Kadaster daalt de voorraad huurwoningen ondanks nieuwbouw. Bovendien kunnen verhuurders bij wisseling van bewoners extra boven het standaardpercentage rekenen; het CBS schat dat bewonerswisselingen 0,8 procentpunt van de huurstijging verklaarden.
Regionaal stegen huren het hardst in Rotterdam (5,3 procent) — mede door veel verhuisbewegingen — en provinciaal in Flevoland en Drenthe (beide 5,2 procent). Limburg noteerde de laagste stijging (4,5 procent), maar ook daar liggen huurverhogingen ruim boven nul. De cijfers benadrukken zowel de krapte op de huurmarkt als het gebrek aan beleidsmaatregelen die groeiende woonkosten temperen.