Huurbevriezing op de tocht: meerderheid in senaat raakt uit beeld
In dit artikel:
De voorgenomen huurbevriezing voor sociale huurwoningen in 2025 en 2026, overeengekomen door coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB, stuit op stevige tegenstand van de oppositie in de Eerste Kamer, waardoor het onzeker is of het plan wordt goedgekeurd. Minister Hugo Keijzer (Volkshuisvesting) staat onder druk om met een alternatief te komen dat zowel huurders ondersteunt als woningcorporaties compenseert voor de gemiste huurinkomsten.
ChristenUnie-Kamerlid Grinwis stelde tijdens een woondebat voor om de huurbevriezing te schrappen en in plaats daarvan de huurtoeslag te verhogen als betere compensatie, terwijl PVV-kamerlid Mooiman benadrukt dat dat pas per 1 januari kan ingaan, terwijl huren per 1 juli al worden aangepast. Oppositiepartijen als D66, CDA, SGP, Volt, PvdA, GroenLinks en SP uiten massale kritiek, vooral omdat particuliere huurders buiten de regeling vallen en omdat de lagere inkomsten woningcorporaties zouden kunnen dwingen de bouw van nieuwe woningen stop te zetten. De belangenvereniging van woningcorporaties, Aedes, gaat daarom naar de rechter om de huurbevriezing te laten terugdraaien.
Daarnaast zaaide een ambtelijke notitie van minister Keijzers ministerie twijfel over de juridische houdbaarheid van de maatregel en waarschuwde voor tienduizenden minder gebouwde en honderdduizenden minder verduurzaamde woningen. Keijzer zelf toont weinig enthousiasme, maar voelt zich gebonden aan het overlegresultaat. De Raad van State beoordeelt het wetsvoorstel en het kabinet verwacht geen positieve terugkoppeling. Kamerleden noemen de onderhandelingen ‘onjuiste politiek’ en ‘politiek geklungel’, waarmee het politieke vertrouwen in het plan afneemt. De uiteindelijke stemming in de Eerste Kamer zal bepalend zijn voor het voortbestaan van de huurbevriezing.