Huren van woning opnieuw flink duurder in juli

In dit artikel:

In 2025 steeg de gemiddelde huur met 4,9 procent ten opzichte van een jaar eerder. Hoewel dat iets minder is dan de piek van gemiddeld 5,4 procent in juli vorig jaar — de sterkste stijging sinds 1993 — blijft het een flinke toename vergeleken met eerdere jaren. De grootste prijsdruk is zichtbaar in de sociale huursector: huurders bij woningcorporaties, die ongeveer twee derde van de huurvoorraad bezitten, betaalden gemiddeld 5,1 procent meer. Sociale huur bij andere verhuurders nam met 4,7 procent toe, terwijl vrije sectorwoningen 4,4 procent duurder werden.

Stedelijk en regionaal verschilt de ontwikkeling. Rotterdam noteerde binnen de vier grote steden de hoogste stijging (5,3 procent), grotendeels door wisselingen van bewoners; bij nieuwe huurders mogen verhuurders vaak hogere huren vragen. Zonder die bewonerswisselingen lag de stijging in Rotterdam op 4,1 procent. Op provinciaal niveau waren Flevoland en Drenthe het duurst uit (+5,2 procent), met in Drenthe ook de grootste impact van bewonerswisselingen (1,1 procent). Limburg (4,5 procent) en Zeeland (4,7 procent) zagen de kleinste stijgingen; Gelderland, Noord‑Holland en Utrecht zaten rond 4,8 procent.

Het CBS wijst erop dat de hogere maximale huurverhoging in de sociale sector sinds juli 2024 (tot 5,8 procent) de belangrijkste verklaring is voor de algemene huurstijging. De cijfers vergroten zorgen over betaalbaarheid, vooral voor huishoudens in de sociale huursector.