Huizenprijzen in Alphen aan den Rijn in twaalf maanden tijd relatief hard gestegen

In dit artikel:

In Alphen aan den Rijn zijn de koopwoningprijzen in een jaar tijd met 14,3 procent gestegen, een toename die hoger ligt dan in de meeste van de vijftien vergelijkbare gemeenten, volgens recente data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Landelijk stegen de huizenprijzen in het eerste kwartaal met 10,9 procent. Van de 1329 verkochte woningen in Alphen lag ruim 20 procent onder de 300.000 euro, een bedrag dat haalbaar is voor kopers met 1,5 keer het modale inkomen volgens de Vereniging Eigen Huis. De overheid hanteert een iets ruimere betaalbaarheidsgrens van 390.000 euro, waaronder bijna 46 procent van de verkochte woningen valt.

Wat woonlasten betreft, betaalt een gemiddelde huiseigenaar in Alphen aan den Rijn 811 euro per maand, wat neerkomt op 17 procent van het netto-inkomen. Huurders hebben gemiddeld 752 euro aan woonlasten per maand, goed voor 26 procent van hun inkomen, na huurtoeslag. Deze percentages zijn nagenoeg gelijk aan het landelijke niveau en vergelijkbaar met andere gemeenten met een vergelijkbare bevolkingssamenstelling en welvaart. Binnen de huiseigenaren zijn alleenwonende jongeren (tot 35 jaar) het meest belast, met woonlasten van ruim 23 procent van hun inkomen. Onder huurders zijn alleenstaande 65-plussers het zwaarst getroffen, met woonlasten die meer dan 30 procent van hun inkomen opeisen.

De vergelijking met andere gemeenten is gebaseerd op criteria van de Vereniging Nederlandse Gemeenten, die Alphen aan den Rijn vergelijkt met plaatsen als IJsselstein, Veenendaal en Waddinxveen. De gegevens bieden inzicht in de lokale huizenmarkt en woonlasten, waarmee beleidsmakers en bewoners een beter beeld krijgen van betaalbaarheid en regionale verschillen.