Huiseigenaren duizenden euro's de klos bij afschaffing hypotheekrenteaftrek: starters zwaar geraakt
In dit artikel:
Den Haag overweegt de hypotheekrenteaftrek grotendeels af te schaffen, een maatregel die vooral starters en jonge huiseigenaren zwaar zou treffen. Recent sloot zelfs het CDA zich aan bij partijen die versoepeling of afschaffing steunen, en het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) rekende uit wat dat concreet betekent: een gemiddelde starter verliest netto ongeveer €3.178 per jaar, een 40‑jarige huiseigenaar €2.347, een 50‑jarige €2.074 en ouderen met relatief lage hypotheken zo’n €982 per jaar. Volgens het EIB blijft er na mogelijke terugvloeiers naar belastingverlaging of woningbouw voor starters nog een tekort van ongeveer €1.641 per jaar; gemiddeld zou elke belastingbetaler zo’n €1.537 terugzien.
De Hypotheekshop waarschuwt dat starters het hardst worden geraakt omdat zij in de beginjaren vooral rente betalen en dus het meest profiteren van de aftrek. Bij de huidige rentes van grofweg 3,5–4% zou het wegvallen van de aftrek hun maandlasten sterk verhogen. Voor bestaande huiseigenaren met laag en lang vastgezet rentepercentage is het effect veel kleiner.
De regering geeft als doel dat afschaffing de huizenmarkt afkoelt en de hypotheekschuld terugdringt, maar critici wijzen erop dat die schuld al is gedaald — van circa 100% van het bbp in 2014 naar iets boven 70% nu. Ook waarnemers stellen dat de maatregel niet ingaat op de kernproblemen: te weinig nieuwbouw en hoge belastingen op arbeid en bouwkosten. Omdat kopers hierdoor minder kunnen lenen, kan het verdwijnen van de aftrek de bouwopgave juist bemoeilijken.
Kort samengevat: beleidsverandering in Den Haag zou de staatsschuld en begroting kunnen helpen, maar volgens tegenstanders gebeurt dat ten koste van starters en jonge gezinnen, terwijl structurele knelpunten op de woningmarkt ongemoeid blijven.