Hoop voor het klimaat komt pas na de rouw

vrijdag, 7 november 2025 (19:07) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Ik woon in de Arabische Golf, een regio met overvloedige zon en tegelijkertijd veel olie in de grond, waar waterverbruik en vleesconsumptie hoog zijn en afvalscheiding nog in de kinderschoenen staat. Die dagelijkse praktijk confronteert de schrijver met tegenstrijdige keuzes: persoonlijk duurzaam gedrag voelt vaak zinloos zolang je bijvoorbeeld voor je werk blijft vliegen. De verleiding tot ontkenning of cynisme is groot; het klimaatprobleem lijkt te omvangrijk om op individueel niveau te veranderen.

Die verlammende houding is geen uitzondering. De NOS citeerde recent een jonge vrouw die zei dat ze geen toekomst meer ziet, en onderzoeksbureau Ipsos I&O signaleerde bij jongeren steeds vaker wat het onderzoek noemt “klimaatverlamming”: een gevoel vast te zitten in een systeem van overconsumptie waarin individuele verduurzaming weinig lijkt uit te halen. De term “eco-anxiety” circuleert internationaal; activisten zoals Tori Tsui benadrukken dat die angst serieus genomen moet worden en pleiten voor gezamenlijke, praktische actie — een vorm van hoop die van mens tot mens werkt (horizontale hoop).

Tegelijk bestaat er een andere reactie: religieuze of theologische geruststelling die de problemen relativeert door te wijzen op een toekomstige nieuwe hemel en aarde. Dat soort “verticale” hoop kan echter vervreemden als ze niet verbonden wordt met het leed en de onzekerheid van het huidige bestaan.

Boek en ervaring van Lysanne van de Kamp-Rinzema (Scheppingstrouw) bieden een derde benadering: eerst rouwen, daarna hopenen. Haar kernpunt is dat echt hoopvol handelen begint bij het zien en doorleven van wat fout gaat; pas vanuit dat doorgemaakte verdriet ontstaat de diepe motivatie tot verandering en het vertrouwen dat verandering mogelijk is. Ze put zowel uit Bijbelse beleving (onder meer verwijzingen naar berouw en Psalm 51) als uit praktische inzet via Micha Nederland. Het proces dat zij schetst is tweedelig: rouw opent de ogen voor de rauwe realiteit en creëert ruimte voor een hoop die betekenis heeft, waarna die hoop zich vertaalt in concrete levenswijze en kleine, volgehouden veranderingen.

Praktisch betekent dit niet dat alle mensen plotseling de aarde redden; het gaat erom te oefenen in een manier van leven die beantwoordt aan Gods roep voor de schepping — een leven dat nu al elementen draagt van wat men hoopt dat ooit volledig zal zijn. Zo wordt rouw geen passieve verslapping maar een motor voor betrokkenheid, en wordt hoop niet een abstract belofte maar een levensvorm die zowel wereldpolitiek als persoonlijke verzoening omvat.