Poolse hooligans legden duel Oranje stil uit protest na inbeslagname spandoek

In dit artikel:

Tijdens de WK-kwalificatiewedstrijd Polen–Nederland vrijdag in het uitverkochte Stadion Narodowy gooiden Poolse hooligans meer dan twintig fakkels het veld op, waarna het duel enkele minuten stilgelegd werd. Het incident gebeurde rond de 59e minuut en was volgens verslaggeving een vergeldingsactie nadat de politie patriottische vlaggen en omstreden spandoeken in beslag had genomen. Omdat FIFA- en UEFA-regels dit soort incidenten niet in beeld brengen, was er op televisie weinig van te zien.

Achter het doel stond een samengekomen harde kern van supporters van meerdere Poolse clubs; die groep had zich juist voor deze belangrijke interland gezamenlijk laten gelden. Tijdens de wedstrijd zongen aanhangers ook anti-premierliederen gericht tegen Donald Tusk en kritiek op de Poolse voetbalbond PZPN, terwijl president Karol Nawrocki — naar verluidt met een verleden in de ultrascene van Lechia Gdańsk — werd toegejuicht. Na het vuurwerkvertoon verlieten veel leden van de harde kern het stadion, wat in de slotfase voor lege plekken achter doelman Kamil Grabara zorgde.

Sportief eindigde de ontmoeting in 1-1: Oranje staat daarmee vrijwel zeker op het WK, Polen moet via de play-offs in maart proberen een ticket te bemachtigen (zestien landen strijden om vier plekken). Vuurwerkincidenten komen regelmatig voor in clubvoetbal, maar bij interlands van Oranje zijn ze uiterst zeldzaam; het laatste grote Nederlandse voorbeeld dateert van 1987 in De Kuip, toen zwaar vuurwerk een EK-kwalificatiewedstrijd verstoorde.