Hooligans grijpen de macht in Johan Cruijff ArenA: 'Het zou me niet verbazen als ze tegen semi-criminele netwerken aanschurken'
In dit artikel:
Zondagmiddag ontaardde Ajax–FC Groningen in chaos in de Johan Cruijff ArenA: binnen enkele minuten na de aftrap bestormde een grote groep, veelal in het zwart en met bivakmutsen, delen van het stadion en de veldzijde werden meerdere keren belaagd met zwaar vuurwerk. Scheidsrechter Bas Nijhuis staakte de wedstrijd na een tweede salvo en besloot niet meer te hervatten. Beelden tonen honderden invallers en veel pyrotechniek; op sociale media en in appgroepen werd vooraf volgens berichtgeving gesuggereerd dat er een actie stond te gebeuren.
De verstoringen leken georganiseerd: de timing – onder meer in de vijfde minuut, een verwijzing naar de Hooligan 5th-groep – en berichten in een hooligan-appgroep wijzen op vooropgezette intenties. Ajax had naar eigen zeggen extra veiligheidsmaatregelen genomen, zoals intensiever fouilleren en inzet van vuurwerkhonden, maar volgens bronnen werd een nooduitgang van binnenuit geforceerd nadat stewards door een deel van de menigte waren weggeduwd. Toen de relschoppers het stadion binnendrongen, is besloten hen niet direct te lijf te gaan uit veiligheidsoverwegingen; de honden werden na die inbraak niet meer ingezet.
De aanklager en de KNVB starten onderzoeken. Individuele daders riskeren stadionverboden (18–60 maanden, met extra maanden als vuurwerk op het veld werd gegooid) en geldboetes; de club kan bestuurlijke straffen krijgen en een eerste boete van circa 7.500 euro staat op de rol, met mogelijk zwaardere maatregelen bij herhaling. Ajax heeft al besloten de F-Side te weren bij de volgende thuiswedstrijd (de Klassieker op 14 december). Ook wordt gekeken of de club organisatorische fouten heeft gemaakt bij de toegangscontrole; als de club wordt aangemerkt als nalatig kunnen er verdere sancties volgen.
Experts plaatsen de gebeurtenis in een breder sociaal kader. Agressieonderzoeker Caroline Koetsenruijter wijst op oudere leiders binnen hooligangroepen die invloed uitoefenen op jongere aanhangers, versterkt door alcohol en drugs, en eventueel met schakels naar semi-criminele netwerken. Socioloog Ramón Spaaij ziet het incident als een ‘perfecte storm’: sportieve teleurstellingen en bestuurlijke misstanden binnen clubs versterken het risicogedrag, terwijl de pyrotechnische cultuur diep verankerd is in delen van het supporterslandschap. Beide experts signaleren dat aandacht en status op sociale media de aanwas en roem rondom dergelijke acties voedt.
De zaak past in een reeks incidenten rond Ajax: vorig seizoen leidde vuurwerk in De Klassieker al tot staken, en eerder dit seizoen werd vuurwerk bij Ajax–Heerenveen afgestoken als ‘eerbetoon’ aan een overleden fan. Onderzoeken, zoals het rapport “No pyro, no party!” uit 2019, tonen dat strengere controles en strengere straffen niet automatisch leiden tot minder incidenten; de KNVB, UEFA en FIFA houden desalniettemin een nul-tolerantiebeleid richting vuurwerk.
Praktische problemen blijven lastig: smokkelen van vuurwerk, intimidatie van stewards en zelfs bedreigingen aan gezinnen van clubbestuurders maken handhaving moeilijk. Spaaij noemt rigoureuzere maatregelen zoals puntenaftrek denkbaar om economische prikkels te creëren, maar de KNVB is terughoudend omdat zulke straffen veel reguliere supporters kunnen treffen. Conclusie van betrokkenen en deskundigen: volledige uitbanning van vuurwerk en hooliganisme lijkt een illusie zolang onderliggende sociale en organiserende factoren ongewijzigd blijven.