Hoofdredacteur Riss van Charlie Hebdo over islamofobie: 'Dient enkel om elke kritiek op de islam de mond te snoeren'

In dit artikel:

Tien jaar na de aanslag op satirisch weekblad Charlie Hebdo blijven de discussies over vrijheid van meningsuiting en islam gerelateerde problemen intens voortduren. Recent veroorzaakte de moord op een moskeeaanbidder in La Grand-Combe, Frankrijk, opnieuw opschudding. Hoewel politieke leiders zoals Jean-Luc Mélenchon de daad rechtstreeks koppelden aan 'islamofobie' — een term die zij inzetten om kritiek op de islam te verbieden — wijst het onderzoek uit dat de verdachte mogelijk lid is van de woonwagengemeenschap en geen motief van islamofobie vertoont. Dit benadrukt de problematiek rond het misbruiken van het woord 'islamofobie', dat juridisch geen betekenis heeft maar wel ideologisch wordt ingezet om kritiek te onderdrukken.

Het Franse Wetboek van Strafrecht voorziet bij een misdrijf met een religieuze of etnische achtergrond verzwarende omstandigheden, waardoor straffen kunnen oplopen tot levenslang, zonder dat hiervoor de omstreden term 'islamofobie' nodig is. De politique speelt echter vaak in op de emoties en spanning rond dit soort misdaden, soms ten koste van juridische nauwkeurigheid en ethiek, met het oog op kieswinst. Dit politieke gewin en het misbruik van termen dragen bij aan geestelijke verwarring en polarisatie, waardoor haat en verdeeldheid blijven voeden. De hoofdredacteur van Charlie Hebdo, Riss, waarschuwt in een actueel commentaar dat het blijven hanteren en misbruiken van het begrip 'islamofobie' een blijvende schadelijke impact heeft op het publieke debat en de samenleving in het algemeen.