Homo-acceptatie in 020 laagst onder 'jongen, klas 2, vmbo en niet-Nederlandse herkomst'
In dit artikel:
Uit een onderzoek naar homotolerantie onder Amsterdamse jongeren blijkt dat de acceptatie van homoseksualiteit sterk varieert tussen scholen, met percentages van 89% op sommige scholen en slechts 9% op andere. Risicogroepen voor minder acceptatie zijn vooral jongens in de tweede klas vmbo en jongeren van niet-Nederlandse herkomst. Een vertegenwoordiger van de GGD Amsterdam gaf aan nog geen duidelijke verklaring te hebben voor deze groepen. De analyse wijst echter op de invloed van Andrew Tate als een bepalende factor: volgens critici luisteren veel jongeren, vooral uit genoemde risicogroepen, naar zijn ideeën, die het accepteren van homoseksualiteit verminderen. Deze invloed wordt gezien als een reden voor de dalende homotolerantie, wat de oproep versterkt om actie te ondernemen tegen de verspreiding van Tate’s opvattingen onder jongeren.