Hoger beroep over vliegtuigcrash die 228 mensen het leven kostte van start

In dit artikel:

Het hoger beroep tegen Air France en vliegtuigbouwer Airbus over de crash van vlucht AF447 begint maandag in Parijs. De zaak draait om het ongeluk in 2009, toen een Airbus A330 met 228 mensen aan boord van de route Rio de Janeiro–Parijs neerstortte in de Atlantische Oceaan. De bedrijven waren eerder vrijgesproken, maar het Franse Openbaar Ministerie maakt hen medeverantwoordelijk.

Onderzoek wees uit dat bevroren snelheidsmeters (pitot‑buizen) foutieve snelheidssignalen gaven en dat de automatische piloot hierdoor uitviel. Door verwarrende instrumenten en volgens de onderzoekers ontoereikende reactiekennis van de bemanning verloor het toestel te veel snelheid en raakte onbestuurbaar. Airbus wordt daarnaast verweten al langer op de hoogte te zijn van problemen met de sensoren en onvoldoende maatregelen te hebben getroffen.

In 2022 werden Airbus en Air France vervolgd voor 'doodslag zonder opzet'; de rechtbank concludeerde toen wel nalatigheid, maar zag geen bewezen oorzakelijk verband met de crash. De nabestaanden spannen nu het hoger beroep aan om dat verband alsnog aan te tonen. Wrakstukken en zwarte dozen van AF447 werden pas bijna twee jaar na de ramp geborgen op de oceaanbodem voor het noordoosten van Brazilië; eerder werden al tientallen lichamen geborgen.

Advocaat Sebastien Busy, die een groot collectief van nabestaanden vertegenwoordigt, noemt het pijnlijk om het verleden weer op te rakelen, maar stelt: "Maar het is nodig om te bewijzen dat er sprake is van schuld." Als de bedrijven schuldig worden bevonden, kan elke partij een boete tot maximaal 225.000 euro krijgen; aanklagers zeggen dat het vooral om afsluiting voor de nabestaanden gaat, niet om het geld.