Hoge Gezondheidsraad waarschuwt: dringend meer aandacht nodig voor mentale gezondheid van jonge kinderen

vrijdag, 14 november 2025 (08:50) - VRT Nieuws

In dit artikel:

De Hoge Gezondheidsraad waarschuwt in een recent advies dat de geestelijke gezondheid van kinderen tot vijf jaar te weinig aandacht krijgt, terwijl die periode cruciaal is voor het voorkomen van latere mentale problemen. Door de grote hersenplasticiteit in die eerste jaren zijn kinderen sterk beïnvloedbaar; tijdige herkenning en interventie kunnen daarom veel leed op latere leeftijd vermijden.

Het advies benadrukt dat zorgen al tijdens de zwangerschap beginnen: moederlijke voeding, het vermijden van stress en middelengebruik beïnvloeden de vroege mentale ontwikkeling. Jean Steyaert (Hoge Gezondheidsraad) en Eva Cloet (Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen, UZ Brussel) wijzen erop dat de geestelijke gezondheid van jonge kinderen nauw samenhangt met die van de ouders, en dat kwetsbare groepen vaak minder goed geïnformeerd zijn en daardoor meer risico lopen.

Praktisch moet men meer inzetten op observeren en sensibiliseren. Ouders en professionals (zoals onthaalouders, crèches en huisartsen) kunnen letten op afwijkend gedrag — minder sociale interactie, afwijkend aankijk- of communicatief gedrag — en zo vroeg signalen opvangen. Het probleem is dat zorgcontacten met zuigelingen beperkt zijn, waardoor veel signalen onopgemerkt blijven.

Een ander knelpunt is de versnippering van de zorgketen: verschillende hulpverleners werken te veel vanuit eigen disciplines zonder vlotte informatie-uitwisseling. Steyaert noemt als voorbeeld dat vroedvrouwen goed thuis zijn in zwangerschapsthema’s maar minder in mentale problematiek, terwijl pediaters geen toegang hebben tot sommige gynaecologische gegevens. Cloet pleit daarom voor betere afstemming en continuïteit van opvolging: zorgen die op de materniteit ontstaan, moeten doorstromen naar degene die het gezin later begeleidt.

Er bestaat al een basis via opvolgschriftjes, maar het advies vraagt om deze opvolging preventiever, intensiever en laagdrempeliger te maken, en om omgeving en zorgprofessionals te sensibiliseren zodat doorverwijzing naar passende zorg sneller en eenvoudiger verloopt.