Hoge commissaris voor mensenrechten Volker Türk scherp: "Wreedheden in al-Fashir waren te voorkomen, maar internationale gemeenschap greep niet in"

In dit artikel:

De VN-mensenrechtenchef Volker Türk noemt de wreedheden in al-Fashir voorspelbaar en voorkómbaar, en heeft de internationale gemeenschap scherp bekritiseerd omdat die niet ingreep. Tijdens een spoedzitting van de Mensenrechtenraad waarschuwde hij dat de gruweldaden — waaronder massamoorden, etnisch geweld, ontvoeringen en seksueel geweld — "de ergst mogelijke misdaden" betreffen en dat er al vóór de val van de stad aanwijzingen waren die onvoldoende werden opgevolgd.

De stad al-Fashir in de regio Darfoer werd na een beleg van achttien maanden op 26 oktober door de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) overgenomen. Sindsdien zitten naar schatting 200.000 inwoners opgesloten en breiden de gevechten zich uit naar andere delen van Soedan, met overlevenden die bloedbaden en aanvallen op hulpverleners melden.

Als antwoord heeft de Mensenrechtenraad een resolutie aangenomen die een onafhankelijke onderzoeksmissie naar Soedan instelt. Die missie moet dringend alle schendingen van het internationaal humanitair recht in al-Fashir onderzoeken, waar mogelijk daders identificeren en aanbevelingen doen om hen voor de rechter te brengen. De focus ligt op ernstige misdrijven zoals etnisch gemotiveerde executies, marteling, standrechtelijke executies en willekeurige detentie van burgerbevolking.

De resolutie werd bij consensus aangenomen en roept ook op tot strikte naleving van het door de Veiligheidsraad opgelegde wapenembargo. De Verenigde Arabische Emiraten worden regelmatig genoemd in verband met mogelijke bewapening van de RSF — beschuldigingen die Abu Dhabi ontkent. Türk’s scherpe oordeel benadrukt de dringende behoefte aan internationale actie en verantwoording om nieuwe escalaties en straffeloosheid te voorkomen.