Hoe welgemeend zijn de excuses van de nieuwe minister van onderwijs Gouke Moes? | Dit vindt de hoofdredactie
In dit artikel:
Gouke Moes, voormalig techniekdocent en snel opgestoten BBB-politicus, ligt al vóór zijn aantreden als onderwijsminister onder vuur vanwege een tweet van ongeveer een jaar geleden. Toen reageerde hij op een met hakenkruizen beklad regenboogpad bij een school in Appingedam door begrip te tonen voor leerlingen die homofobe uitspraken deden en het regenboogzebra ‘provocerend’ te noemen. Veel mensen vonden het ongepast om het symbool van nazi-terreur te vergelijken met het symbool voor lhbtqi-tolerantie en veiligheid.
Destijds verdedigde Moes zijn woorden; hij zei dat zo’n zebrapad juist de groepen zou wegjagen die je wilt bereiken. Nu, bij zijn eerste ministerraad aan het begin van zijn ministerschap (vrijdag), draaide hij bij en bood hij publiekelijk zijn excuses aan: hij erkende dat hij het niet zo had moeten doen en verontschuldigde zich. Dat lijkt voldoende binnen de ministerraad, maar in de Tweede Kamer zal hij waarschijnlijk zwaarder worden aangesproken.
De timing maakt het extra gevoelig: Moes krijgt als onderwijsminister ook de portefeuille emancipatie. Bovendien kwam zijn benoeming in Groningen een half jaar geleden al niet onomstreden tot stand — toen stemden 26 van de 40 aanwezige statenleden tegen zijn aanstelling. De politieke noodzaak om snel ministers te leveren ontstond deels doordat eerst de PVV en daarna NSC wegvielen, waardoor BBB en VVD extra kandidaten moesten aandragen. De kwestie onderstreept de spanning tussen snelle politieke carrièrewinst en de kwetsbaarheid van publieke uitspraken, juist bij dossiers over diversiteit en veiligheid.